woensdag 31 december 2014

"Jezus gedaan!"

Als ik de ochtend na kerst Luca’s gordijnen opentrek, zijn de achtertuin, straat en daken waarop hij uitkijkt bedekt met een dun laagje sneeuw. Het lijkt wel of er een laagje poedersuiker over de wereld is uitgestrooid. “Kijk, mama, Jezus gedaan!” roept Luca verrukt, en hij begint enthousiast uit te leggen: “Luca ga slapen, dan ga Jezus, en graafmachine en hele grote bak…”

Was Luca’s focus nog maar net van alles uitproberen naar alles nadoen verschoven, nu lijkt hij vooral op zoek naar verklaringen, verbanden en wetmatigheden.  Toen het Sinterklaas was had zwarte piet ’s nachts iets in zijn schoen gedaan, dus nu zal het Jezus wel zijn die voor deze verrassing heeft gezorgd.  Toen hij even later ontdekte dat Lisa een flinke blauwe plek op haar hoofd had (veroorzaakt doordat ze ’s nachts van ons bed was gerold) vroeg hij: “Luca gedaan?”. En toen ze even later op haar knuffel begon te sabbelen concludeerde Luca: “Lisa wil een soepstengel!”

Als…dan… lijkt het devies, en dat leidt tot de nodige generalisatie. Vraag ik naar ‘welke’ oma hij met papa is geweest, zegt hij: “de blauwe!” ('als 'welke', dan 'blauwe'). En als Lisa begint te huilen roept Luca direct: "Ik doet niks!!". Sinds ik hem tijdens een ‘”Luca zelf doen!”-bui’ probeerde af te leiden door over mijn nieuwe baan te beginnen, roept hij regelmatig: “Luca zelf doen, mama nieuwe baan!” De kerstversiering wordt regelmatig uitgezet omdat: “Niet donker! Het is licht! Lampen ga uit!” En laatst trok hij zijn rompertje omhoog, zette de kolf op zijn tepel, en zei: “Luca borstvoenung maken voor Lisa!”. Om even later beteuterd te concluderen: “doet ut niet…”.

Misschien komt het door de doelgroep (kinderen met een lichtverstandelijke beperking) waarmee ik werk, maar Luca doet me regelmatig versteld staan van zijn vermogen tot generaliseren, verklaringen zoeken en oorzaak-gevolg-denken.  Zit ik achter het stuur, klinkt er ineens vanaf de achterbank: “Mama, pas op! Straks ga auto inne water, en dan ga auto vies, en dan ga wasstraat!”  En als ik een paar dagen na kerst buiten kom en alle sneeuw en ijs verdwenen is, kijkt Luca eens goed om zich heen en zegt: “Ijs ga weg! Ijs ga in de lucht! Dizzy en Scoop (Bob de Bouwer, red.) gedaan!” En ja hoor, als ik naar boven kijk zie ik dat de hemel bedekt is met grijze stapelwolken die verdacht veel weghebben van de ijspartij die gisteren nog op de straat te vinden was.

vrijdag 12 december 2014

Kletskous in spe

Daar zit ze hoor... haar handjes slaan blij op tafel, waar net nog de placemat lag die natgesabbeld op de grond ligt. Met toegeknepen oogjes en opgetrokken neusje lacht ze naar haar grote broer en mama, die allebei even enthousiast 'met de vingertjes' voor haar zingen. Van blijdschap gooit ze haar hoofd naar achteren, en dan moet ze even alle zeilen bijzetten om weer rechtop te komen zitten in haar splinternieuwe kinderstoel. Eigenlijk mag ze daar pas in als ze helemaal zelfstandig kan zitten, maar ze wil zo ontzettend graag mee doen met het 'aan tafel zitten' dat we het maar gewoon proberen. En ze vindt het geweldig!

Twee dagen later kan ze ook op de grond 'los zitten'. En dan krijg ik het pas echt druk. Is ze niet vastgerold onder de trap, dan is ze wel op haar buik in de achteruit tegen de muur geschoven, en ligt ze net even lekker veilig in de boks, begint ze te mopperen omdat ze weer wil zitten. Maar haar supertrotse blik en vrolijk ge-'mama' en ge-'bawa' maken het helemaal goed.

Lisa doet een paar dingen anders dan Luca. Zo was haar eerste 'woordje' "mama" en niet "papa". Ha! Kunstvoeding houdt ze niet binnen, maar fruithapjes daarentegen eet ze bijna met bakje en al op. Groente vindt ze soms lekker, en soms trekt ze een gezicht alsof ze poep eet. Toch probeer ik maar zoveel mogelijks hapjes en smaken naar binnen te krijgen, want inmiddels weet ik hoe lastig dat nog kan worden als ze een half jaartje ouder is...

Luca is Lisa's allergrootste held. Zelfs als ze hem over de babyphone hoort moet ze even stoppen met drinken om haar hoofdje naar het apparaat te draaien en mij een heerlijk vreugdevolle 'hoorde je dat? Hij is wakker!'-lach te schenken. Luca dacht zelfs even dat ze al Luca zei, en hoewel ik dat betwijfel zal ze het vast bedoeld hebben. Ze kletst aan een stuk door en regelmatig als ik denk: 'het leek wel of ze 'ja' zei', roept Luca: "Mama! Lisa zei 'ja!"

Volgens mij zijn weinig levensfases zo wonderlijk als rond het half jaar... Een half jaar geleden kon ze nog niets anders dan slapen, huilen en drinken. En over een half jaar kan ze misschien al wel zelf gaan zitten, staan, kruipen en wie weet wat nog meer... misschien kan ze al wel 'hoera!' zeggen in reactie op 'hieperdepiep....', in haar handjes klappen en haar handjes in de lucht gooien. Maar nu kan ze vooral een beetje zittend hangen in haar mooie stoel, en mag ze voor het eerst een boterham... ze grijpt het korstje met twee handen beet, stopt een stukje in haar mond en begint al 'bawabawa-end' te kauwen. Heerlijk, zo'n kletskous, en wat voelt ze zich al groot!

woensdag 26 november 2014

Peuterpuberteit

Terwijl ik op zolder de was afhaal, vraag ik me af waarom het beneden ineens zo onheilspellend stil wordt. Over het algemeen betekent dit dat Luca iets in zijn schild voert. In mijn hoofd scan ik de woonkamer en keuken, ga ik na of er niets eetbaars of gevaarlijks voor het grijpen ligt, en dan geeft Luca zelf het antwoord al. Op hoog volume klinkt er vrolijke rock-achtige muziek door het huis. Ik weet dat ze deze fase peuterpuberteit noemen, maar dat het zoveel op de bekende puberteit zou lijken had ik niet kunnen verzinnen.

Neem nou vanmorgen. Dacht ik eindelijk een keer het ochtenddrama (welke puber heeft er geen ochtendhumeur?) voor te zijn door te zorgen dat Luca al aangekleed en wel beneden was voor hij het zelf doorhad, begon het beneden alsnog... Sinterklaas was geweest, en Luca had een mooi stickerboekje in zijn schoen om te oefenen met het potje. Geweldig natuurlijk, tot hij begreep dat hij pas een sticker mocht plakken als hij op het potje was geweest. Het huis was te klein toen ik het boekje afpakte, en de brief uit zijn schoen mocht ik al niet eens meer zien. Gelukkig had Lisa dezelfde brief gekregen, dus nadat ik - Luca’s protest negerend - op vrolijke toon de brief had voorgelezen, riep ik blij: “Hoor je dat? Zaterdag komt sinterklaas bij Esri!”. Waarop de tweejarige voor het eerst van sinterklaas bewuste Luca zei: “Echt stom!”

Het meest vervelende aan deze fase vind ik misschien wel het brutale 'NEUJ!' dat Luca zo nu en doen naar mijn hoofd slingert. Dus toen Luca even later voor de derde keer “Neuj!” tegen me riep, zei ik geïrriteerd: ''’nee, mama' zeg je dan! Met twee woorden spreken noemen ze dat. Misschien moeten we dat hier ook maar gaan invoeren”. Hier was Luca even stil van, tot hij met een ondeugende grijns op zijn gezicht zei: “nee, papa!”

Luca praat steeds vaker in zinnen als 'Ik ga even met de duplo spelen, oké?' en weet vanaf de achterbank zijn zusje zo aan het lachen te krijgen dat ik me bezorgd afvraag waarom Lisa zo'n gek geluid maakt. En gisteren kreeg hij de halve bus aan het lachen toen hij - al helemaal onder de indruk van alle graafmachines, hijskranen en nog meer graafmachines die de bus passeerde - ineens een betonwagen voorbij zag komen. Hij slaakte een diepe zucht en fluisterde verwonderd: "Vet cool!"

En nu heeft ie dus zonder te vragen een cd opgezet. En dan niet eens de kinderliedjes die we regelmatig samen luisteren, maar een soort rock. Eigenlijk zou ik nu naar beneden moeten gaan, Luca terecht moeten wijzen en de cd-speler uit moeten zetten. Maar de waslijn is bij-na leeg, de muziek maakt me vrolijk, en als ik even later met een volle wasmand beneden kom is Luca zo grappig en uitgelaten aan het dansen dat ik maar even vergeet dat hij de cd zelf heeft opgezet. En als ik na een liedje of vijf de laatste stapel opgevouwen was weer in de wasmand leg, zet Luca de cd-speler uit en zegt opgewekt: “Was leuk hè mama? Weer eens wat anders.”

dinsdag 14 oktober 2014

Groot worden

Als ik mijn aandacht van het koekjesvak naar mijn winkelwagentje verplaats, staat er ineens een man uitgebreid naar Lisa te lachen en te kletsen. "Wij hebben een overeenkomst" zegt hij jolig tegen haar, en dan richting mij: "we hebben evenveel haar". Luca ziet hij niet, en als Luca mompelt dat zijn zusje Lisa heet hoort hij hem niet. Zelfs Luca's poging tot een 'high five' wordt niet opgemerkt. En dan dringt ineens de harde waarheid tot me door: Luca wordt groot... Samen met zijn babyvet heeft hij ook een deel van zijn schattigheid verloren. En daarmee zijn vermeende onschuld... "Wat kan hij al goed rennen!" wordt "hij is een weglopertje hè?!" En visite kusjes geven en uitzwaaien voor het slapen gaan is niet meer "schattig" maar "tijdrekken". Voor vreemden althans...

Voor mij geldt dat natuurlijk niet. Voor mij zal hij waarschijnlijk altijd wel dat prachtige, kostbare wonder blijven dat je als vreemde alleen in hele jonge mensjes ziet. En hoewel ik het geweldig vind om Luca te zien groeien, hadden sommige dingen van mij nog heel lang hetzelfde mogen blijven. Neem nou zijn speentje. Moest hij tussen twee afspraken door echt even in de auto slapen: speentje erin en weg was Luca. Was hij zo moe dat hij alleen nog maar rondjes kon rennen of heel hard kon huilen: speentje erin en de zuigreflex deed de rest... Of moest hij tijdens een bruiloft in een bovenzaaltje in zijn tentje slapen... Leve de speen!

Maar een tijdje geleden ontdekte ik dat de grootste speenmaat '18+ maanden' was, en Luca al ruim 30 maanden. Dus zocht ik al enige tijd naar de moed en het goede moment om Luca te leren slapen zonder speen. Drie dagen geleden zag ik mijn kans schoon toen Luca's kin helemaal rood en pijnlijk was. "Dat komt door je speentje", vertelde ik hem. "Daar ga je van kwijlen en dan krijg je een zere kin."
's Avonds legde ik het speentje onder 'olifant' zijn slurf, en vertelde Luca dat zijn kin vanzelf minder pijn zou gaan doen als hij voortaan zonder speentje ging slapen. Toen Luca twee uur later helemaal moe en en in tranen vertelde dat hij zo verdrietig was, was ik alweer gezwicht, maar Luca zei beslist tussen het snikken door: "Nee! Speentje olifant! Luca auwa kin speentje." Uiteraard... dacht ik beschaamd, en snel legde ik het speentje weer in olifant zijn snuit.

We zijn nu drie dagen verder (en Luca drie hele korte nachten) en Luca wil níet naar bed. Sterker nog, hij wil helemaal niks. Zelfs geen luier aan. En aangezien het eigenlijk ook wel tijd wordt dat we dat tweede onmisbare mama-attribuut vaarwel zeggen, geef ik hem zijn zin. Niet op zijn minst omdat Lisa's gehuil tijdens Luca's minutenlange tijdrekkende zit op het potje is aangezweld tot een hartverscheurend gejammer.

"Mama! Ik moet plassen!" klinkt het even later door de babyphone, bijna direct gevolgd door een "ohoh...". Lisa begint direct weer te huilen als ik haar in bed leg, en met de nodige stress in mijn lijf ren ik naar boven, waar Luca gehurkt boven zijn garage naar zijn onderbroekje kijkt.
Tegen de tijd dat ik weer beneden ben slaapt Lisa, en hoewel Luca voor de derde keer uit bed is geklommen om met zijn garage te spelen, wordt het even later helemaal stil in huis. Heel zachtjes ga ik bij hem kijken, en daar ligt hij hoor... Hoe groot en stoer ik hem ook vind omdat hij helemaal zelf weer in bed is gekropen, voor mij is hij nog altijd de schattigheid zelve. Zeker als hij slaapt.

zaterdag 11 oktober 2014

"Kijk is ik gevonden hebt!"

Daar zat ik dan, zaterdagochtend half acht in mijn glitterjurkje in de trein, over mijn wallen heen kijkend naar Lisa die in de kinderwagen lag... Ik was even vergeten dat ik zowaar een heel uur niets te doen zou hebben, dus nadat ik een inhaalslag 'knuffelen met Lisa' had gemaakt, begon ik te bedenken wat voor verhaal medereizigers bij me zouden bedenken als ze me zo zagen zitten... Scenario's te over, maar waarschijnlijk zou niemand bedenken dat ik onderweg was naar een kooroptreden op de open dag van de ChristenUnie, hopende dat ik met een baby zonder paspoort door de strenge controles van de Tweede Kamer heen zou komen. Want hoe goed ik het ook van mezelf vond dat ik tot nu toe alle flesjes melk mee naar huis had genomen, uitgerekend gisteravond liet ik mijn flesje, mét kolfstuk, in de koelkast op mijn werk staan... Net nu ik niet alleen dit belangrijke optreden, maar ook nog een werkdag in het Dolfinarium voor de boeg had voor ik weer bij de betreffende koelkast hoefde te zijn...

Het is soms rennen, vliegen, plannen en improviseren, maar afgezien van de tranen bij de eerste keer wegbrengen, bevalt het me prima om weer aan het werk te zijn. En niet op z'n minst omdat het thuis zijn er ook gewoon nóg leuker van is geworden. Ik ben dan ook super trots als ik zie hoe flexibel Luca en Lisa met alle veranderingen omgaan. Wat helpt is dat Luca steeds meer praat en ook begrippen als ‘gisteren’ en ‘morgen’ gaat begrijpen. Dus behalve dat ik hem 's avonds kan vertellen hoe 'morgen' eruit ziet, kan hij me ’s ochtends vertellen wat hij gisteren heeft gedaan. "En toen speeltuin gewéés... schommelen... voetballen... en toen boterham gegeten. En wéét je...?!” Heerlijk vind ik die gesprekjes, en vooral de geïmproviseerde voltooid deelwoorden vind ik geweldig. "Kijk is ik gevonden hebt!"

Ergens tussen het werken, thuis zijn en hobby'en door, krijgen we het ook nog voor elkaar om mee te doen aan dingen zoals de ‘kerk binnenstebuiten-dag’, waardoor we een hele middag rollators hebben gewassen in een nabij gelegen bejaardentehuis. Dus toen we een paar dagen later in de supermarkt een mevrouw in een rolstoel tegenkwamen, kreeg Luca een blik van herkenning in zijn ogen, grijnsde hij breed naar de mevrouw en riep wijzend naar de rolstoel: "Héé! Mooie deze!". Ik geloof dat haar dag niet meer stuk kon, en die van mij zeker niet! Ik ben wel eens minder trots de supermarkt uitgelopen…

Een nadeel van weer aan het werk zijn, is dat ik het vrij lastig vind om na een paar dagen 'Amsterdam Zuid-Oost'-taalgebruik te hebben gehoord, thuis helemaal netjes en correct te blijven praten. Dus toen Luca op de snelweg een sterke voorkeur had voor de afslag richting opa en oma (“Hierheen! Hierheen! MAMA!! Deze kant!”), en ik toch echt rechtdoor reed naar het vakantieadres van mijn zus, klonk vol overtuiging vanaf de achterbank: “SHIT! Verkeerd gereden...”

donderdag 28 augustus 2014

Time flies...

"Neehee, ze kán er niet vanaf rollen. Nog láng niet!" zeg ik tegen mijn ouders als ze voor de honderdste keer sinds mijn bevalling vragen of Lisa niet van de bank af kan rollen. Maar een dag later leg ik haar even op haar buik in de boks, haal m'n kop koffie uit de keuken, en tref haar op haar rug aan. "Huh?!" Voor de zekerheid leg ik haar nog een keer op haar buik, en hoppa, daar rolt ze voor mijn ogen op haar rug. Het is nog een hele kunst om haar lang genoeg op haar buik te houden om de camera aan te zetten, en aan haar verraste blik te zien doet ze het ook nog niet expres, maar toch... Ze kán dus rollen.

Nu heb ik geen idee hoe oud Luca was toen hij dat kon, laat staan wat 'gemiddeld' is, maar ik weet wel dat ik tientallen filmpjes heb gemaakt van Luca's pogingen om te rollen. Steevast met mijn stem op de achtergrond: 'Goed zo Luca! Bijna… bijna... Oooh, hahaha, moeilijk hè!' Net zoals ik heel wat filmpjes heb van Luca die zijn hoofdje probeert op te tillen. Of Luca die voor het eerst glimlacht, geluidjes maakt, hardop lacht, of zijn handjes ontdekt.

Met twee kinderen heb ik wat minder tijd om overal met mijn neus bovenop te zitten, waardoor niet alleen Lisa's ontwikkeling, maar ook de tijd heel veel sneller lijkt te gaan. En zo komt het dat Lisa zomaar ineens alweer drie-en-een-halve maand oud is, en mijn verlof alweer bijna ten einde. Maandag moet ik weer werken, en eerlijk is eerlijk, ik mis Lisa al bij het idee. Want ik mag dan iets minder naar haar pogingen tot eerste keren hebben gekeken, die drie maanden verlof waren precies genoeg om zo gek op haar te worden, dat ik niet meer weet hoe ik een dag zonder haar gezellige gekraai, gepruttel en geklets moet doorkomen. Om maar niet te spreken van haar vragende oogjes en beginnende pruillip als ze opgepakt wil worden. Haar tevreden grijns als ze zich vermaakt. Haar gezellige geklets voordat ze gaat drinken, om ons 'onderonsje' zo lang mogelijk te rekken. Haar grote ogen als ik plotseling iets tegen Luca zeg. En haar trotse glimlach als ze rechtop op mijn knieën zit. Zelfs haar boze gebrul als ze het ergens niet mee eens is, ga ik missen.

Natuurlijk is het ook wel lekker om weer te gaan werken. En uiteindelijk is het ook echt wel beter om weer regelmatig onder collega's te zijn, met cliënten en ouders bezig te zijn, en inhoudelijk uitgedaagd te worden. Maar deze week voel ik dat even niet. Deze week vraag ik me alleen maar af hoe ik die eerste dagen zonder Luca en Lisa ga doorkomen. Hoe Luca het zal vinden om mij drie dagen in de week te moeten missen (Lisa zal daar nog weinig van merken). En kijk ik nu al met weemoed terug op een heerlijk zomers verlof, waarin ik van de eerste tot de laatste dag intens heb genoten van het 'thuis' zijn. Nog een paar daagjes...



woensdag 20 augustus 2014

Kamperen deel 3 - Op koeienjacht

“Hamburgers! Kijk, hamburgers!!” roept Luca nu al voor de derde keer vanuit zijn autostoeltje terwijl we een wei vol koeien passeren. En als ik voor de derde keer tevergeefs om me heen heb gekeken op zoek naar reclameborden met hamburgers,  vraag ik aan Harmen: “Heb je soms uitgelegd dat hamburgers van koeien worden gemaakt?”
“Eh, ja... Ik heb vanmorgen gezegd dat boterhamworst van koeien komt”, geeft Harmen toe.

We zijn onderweg naar het subtropisch zwemparadijs op loopafstand van de camping. Met de auto, want hoewel de wandeltocht naar het zwembad een geweldig avontuur was, durven we dat onze kinderwagen niet een tweede keer aan te doen. De weg naar het zwembad bleek namelijk een door weilanden omgeven modderig kiezelpad te zijn, dat zo steil naar beneden liep dat de kinderwagen bijna niet te houden was. Helaas had ik mijn camera niet paraat toen Harmen met grote ongeremde passen achter de kinderwagen aanrende die met een enorme vaart naar beneden denderde,  maar het scheelde weinig of ik had al een natte broek voor we in het zwembad waren.

Het zwembad (Mosaqua) is ontzettend leuk. Een wildwaterbaan, stroomversnelling, binnen- en buitenbaden, peuter- en bubbelbaden, en genoeg glijbanen om je dagenlang te vermaken. Maar vooral de levensechte leeuw, tijger, olifant, vogels, vissen en apen maken het helemaal af. Luca vindt het allemaal prachtig. Maar vandaag heeft hij een nieuwe missie. Vandaag wil hij ‘koeien zoeken’. En hoewel ik me niet kan voorstellen hoe koeien binnen deze jungleverzameling passen, ben ik toch benieuwd wat hij bedoelt.

Dus laat ik me aan Luca´s hand meevoeren naar het benedendek van een piratenschip, waar een paar prachtige aquariums vol tropische vissen blijken te staan. Maar nog steeds geen koeien. Vervolgens wil Luca een smalle pijp door, waar mama natuurlijk nooit doorheen past. “Jawel hoor!” roept een bijdehand bemoeizuchtig jongetje van een jaar of acht. “Je moet gewoon je benen eerst doen, kijk zo” en terwijl Luca hem al volgt probeer ik mijn benen, die toch net even iets langer zijn dan die van dat jongetje, door de pijp heen te vouwen. Even later klim ik achter Luca aan een klimwand op, en komen we op het bovendek van het schip. Super mooi, maar nog steeds geen koeien… Luca rent het dek af naar een ietwat veiliger uitziend deel van het zwembad. Daar zien we een bar, wat tafels en stoelen, ramen die uitkijken op de zonneweide. Maar nog steeds geen koeien... Of toch?
Luca rent naar de bar, begint te springen en te wijzen en roept: “Koeien!”
En ineens begint het me te dagen… Hij wil een hamburger!  


maandag 18 augustus 2014

Kamperen deel 2 - kampeerkriebels

Wat maakt kamperen nou zo veel leuker dan iedere andere vakantie? Ik heb het me vaak afgevraagd deze vakantie. Vooral als ik onze drie maanden ouder baby om 5 uur ’s ochtends stil probeerde te krijgen in de wetenschap dat de buurjongen in het tentje naast ons de vorige morgen ook al door haar was gewekt. Of als we onze twee jaar ouder zoon moesten bezighouden op het kleine oppervlakte van de caravan en de voortent, terwijl buiten de regen met bakken uit de hemel kwam. Of toen we moesten bedenken hoe we onzebaby konden douchen zonder dat onze peuter spoorloos zou verdwijnen of letterlijk de tent zou afbreken. (Oplossing: met zijn vieren in de familiedouche en zo goed en zo kwaad als het ging  het gehuil van onze peuter tijdens het haren wassen, dat van onze baby tijdens het afdrogen, en het ongeduldige kloppen op de deur van een volgende familie, negeren).

Maar wat is er nou heerlijker dan ’s ochtends vroeg als iedereen nog slaapt en de lucht nog zo lekker ruikt een ochtendwandelingetje moeten maken omdat je toch echt naar de wc moet. Of tijdens het douchen gesprekken op te vangen tussen moeders en dochters, vaders en zonen, of vriendjes en vriendinnetjes van alle mogelijke leeftijden. De heerlijk herkenbare vriendschappen te zien ontstaan tussen jongens en meisjes die net een beetje de ‘jongens/meisjes-zijn-stom-fase’ zijn ontgroeid. Het hoofd van de één op hol gebracht te zien worden door de onschuld van de ander. De onhandige knuffel bij het afscheid, gevolgd door een nog onhandigere zwaai. Geen real-life soap die daar tegenop kan. Geen plek waar ik mijn psychologenhart meer kan ophalen.

Maar niet alleen het menselijke aspect is onevenaarbaar. Ook het altijd en voortdurend buitenzijn, hooguit omgeven door wat tentdoek of een stukje zeil, zorgt ongetwijfeld voor een flinke dosis geluksgevoel. Wat is er nou beter voor een mens dan buitenlucht en zonlicht? Maar het leukste zijn misschien nog wel de onverwachte ontmoetingen met de vaste camping-bewoners. Zo heeft onze peuter meerdere malen een haas onder het raampje van de caravan gespot, en één keer zelfs tikkertje met hem gedaan (onze zoon was hem) toen hij maar rondjes om en onder de kamper van de buren bleef rennen. Verder heeft hij een muis geaaid en ontdekt dat er een heel gangenstelsel onder het gras drie plekken naast die van ons (gelukkig maar) zat. En voor het eerst in zijn leven een echte kikker gezien.

De regen mocht dan minder gewenst zijn, hij zorgde wel voor de meest prachtige plassen waar een jongen van twee eindeloos in kan rondstampen en springen. En voor een schitterende regenboog boven de gehele camping. En wat is er nou gezelliger dan, terwijl het buiten onweert en regent, lekker warm en droog vanuit de caravan de seconden tussen de donder en de bliksem tellen. Nog een keer kamperen met zúlke jonge kinderen zullen we misschien niet zo snel meer doen, maar dát we nog een keer gaan kamperen is wel zeker.




Kamperen deel 1 - regen en een beetje zon

Op de één of andere manier besloten we met een baby van nog geen drie maanden en een peuter van twee-en-een-half te gaan kamperen. Tja, kamperen is nou eenmaal verslavend, en als je ouders dan aanbieden om hun caravan met voortent en inhoud voor je op te zetten, is dat moeilijk te weerstaan. Zeker als het weer al minstens vier weken varieert tussen schitterend en bloedheet.

Dus boekten we een camping in het Limburgse Gulpen, en verheugden ons op een weekje chillen voor de caravan terwijl onze peuter zich op en top zou vermaken met zijn opblaasbadje, voetbal, emmertje en schep. Tussen de voedingen door zouden we boeken lezen, genieten van het buitenleven, en naar de speeltuin, het zwembad, of een dorpje verkennen. En als het zou regenen konden we naar het subtropisch zwemparadijs. Perfect!

Wat ik echter niet helemaal had ingecalculeerd, was dat ik de ochtend van vertrek superchagrijnig en moe zou zijn na een week van inpakstress, gebroken nachten en drie avonden zonder man. En dat mijn man al even moe en chagrijnig zou zijn van een veel te drukke week, al helemaal niet. Tel daarbij op de plotselinge weeromslag en het vooruitzicht van een hele week regen, en de stemming was gezet. Geen wonder dat zoonlief tijdens het opzetten van de voortent niet te genieten was. Daar zat ik dan in de caravan van mijn ouders, met een baby die honger had en een peuter die op de tafel tekende, alle knopjes en deurtje uitprobeerde, en zijn zusje sloeg om aandacht te krijgen.

Twee dagen later brak plotseling de zon door. Ons zoontje werd direct in zijn opblaasbadje gezet en ik wist niet hoe snel ik mijn stretcher moest opzetten. Maar terwijl ik nog even snel een handdoek uit de caravan ging halen, had onze ondeugd al met zijn gietertje mijn stretcher van een enorme plas water voorzien. Adem in... Adem uit... Oké, handdoek erover en ik merk er niks van. Nog even snel mijn boek uit de voortent halen, en bewapend met zonnebril en flesje water rende ik weer naar de stretcher, waar ik mijn peuter met zijn natte zwembroek bovenop mijn handdoek aantrof. Adem in... Adem uit... Oké, hoppa, peuter met een zwaai terug in zijn badje. En terwijl ik mijn ogen dicht deed en me probeerde te ontspannen op de nu toch wel natte handdoek, voelde ik in plaats van de zon, een ijskoud nat lijfje bovenop dat van mij belanden. Adem in...

Zijn gegiechel maakte veel goed, maar toen ik twee minuten later alweer de caravan inliep omdat zijn zusje begon te huilen, realiseerde ik me dat vakanties voorlopig niet meer zijn om uit te rusten en nieuwe stukjes van de wereld te ontdekken. Ze zijn er om de kinderen een mooie tijd te bezorgen en iets van de wereld te laten zien. "Geniet er maar van," zei de buurvrouw, "want voor je het weet zijn ze groot. Vakanties met zijn tweeën komen wel weer terug, maar de tijd dat je kinderen klein zijn maak je maar één keer mee." En zo is het.

Adem in... Adem uit...


woensdag 30 juli 2014

Deja-vu

Langzaam maar zeker kwam er wat gebrabbel uit de wieg. Lisa strekte zich eens uit. Haar handjes, die met open handpalmen naast haar hoofdje lagen, zochten de zijkant van de wieg. Haar voetjes vochten met de stof van de slaapzak. Voorzichtig deed ze haar oogjes open, ze knipperde eens, en keek recht in de grote groene ogen van haar grote broer. Twee wenkbrauwen schoten omhoog, gevolgd door twee mondhoeken, en uit zijn mond klonk luid en hoog: "Mama kíjk is!! Lisa ga wákker!!!" Het werd een beetje lichter in de wieg toen Luca wegrende, en terwijl Lisa's oogjes naar mama zochten, hoorde ze haar grote broer roepen: "Papa! Wéet je?! Lisa wákker geworre! Kom kijken!"

Luca is gek op zijn zusje. Hij geeft haar zoveel mogelijk kusjes en knuffels, zingt liedjes voor haar en wil alles wat hij meemaakt met haar delen. "Kijk, Jisa" hoor ik hem regelmatig zeggen, om haar vervolgens te vertellen wat hij in zijn hand heeft, wat voor leuks we gaan doen, of waar Lisa zich op dat moment bevindt. "Jisa isse boven." legt Luca uit als ik Lisa heb meegenomen naar de zolder. "Kijk!” zegt hij terwijl hij het traphekje openmaakt en de trap af gaat. “Luca ga nee-en!”
“LUCA ISSE NEE-EN” roept hij even later van onderaan de trap, om voor de duidelijkheid maar weer naar boven te komen en nog één keer uit te leggen: "Jisa isse boven!".

Soms is hij ietwat te wild voor Lisa. Zo kruipt hij nog wel eens stiekem bij haar in de boks, waarop Lisa preventief heel hard begint te huilen. Af en toe knuffelt hij haar iets te enthousiast, waarop Lisa mij heel indringend aankijkt, vervolgens een pruillip trekt en als ik dan nog niet ingrijp heel hard begint te huilen. En laatst ging het echt mis, toen Luca het een goed idee vond om op het bed te gaan springen waarop ik met Lisa zat. Terwijl ik nog aan het roepen was dat dat niet mocht, was Luca al met zijn hoofd op Lisa's gezichtje gevallen. Resultaat: zeker een uur huilen, een korstje op haar lip, en een verhoogd wantrouwen richting haar grote broer.

Wat was ik blij toen ze de volgende dag weer onbezorgd en vrolijk lachte naar Luca - ondanks het korstje dat nog steeds op haar lip prijkte en waar ze voortdurend met haar tong langs ging. Ik heb veel nagedacht over hoe ik kon zorgen dat Luca zijn zusje leuk zou gaan vinden, maar ik begin me nu pas af te vragen of ik me niet drukker zou moeten maken over andersom. Gelukkig vergeten baby's snel... Hoewel ik soms wel eens denk dat áls Lisa ooit uit een coma ontwaakt, ze toch minstens een vaag gevoel van deja-vu moet hebben.


donderdag 24 juli 2014

Imitatie-leer

Het begon allemaal ten tijde van het WK-Voetbal. Tijdens één van die wedstrijden die precies rond etenstijd begonnen - waardoor je de eerste vijf minuten gezellig met het hele gezin kon kijken en de laatste 85 minuten genoegen moest nemen met een half oog op de tv - deed Luca een ronduit volmaakte imitatie van zijn voetbal kijkende papa. Zelfs de drie gespannen vingers om zijn kin vergat hij niet. Kinderen leren door te imiteren, en peuters zijn daar meester in. 

"Ik kom eraan, Jisa!" roept Luca regelmatig als Lisa huilt, zijn stemmetje net zo hoog als die van mij. En als ik niet op tijd ingrijp zit zijn gebogen vinger liefdevol in haar mondje. "Stil maar meissie, heb je buikpijn?" hoor ik hem dan zachtjes zeggen en als ze even later aan de borst ligt: "Genoeg, Lisa?". Zodra ze haar oogjes open doet, roept hij: "Oh! Kijk! Jisa wákker!! Hai Jisa! Hai poppie!". En nadat hij zelf ziek was geweest voelde hij aan haar voorhoofdje en zei beslist: "ziek!" 

Harmen kreeg laatst een koekje van eigen deeg toen hij iets liet vallen en Luca streng en met opgeheven vingertje riep: "Papa, stout! Hoek!". En als ik iets doe wat hij niet wil, zegt hij resoluut: "Mama, nee!". Schijnbaar verstaat hij Lisa ook al, want regelmatig hoor ik hem tegen haar zeggen: "Je keuken? Ja, dat mag!" om haar vervolgens met wippertje en al naar de keuken te duwen. Best confronterend soms, om mijn pedagogische stem zo voorgespiegeld te krijgen. Maar nog confronterender zijn de stopwoordjes die Luca meedogenloos overneemt. "Ohja! Jeuk!" klinkt het regelmatig met overslaande stem uit zijn mond, of ik nu vraag of hij pindakaas op zijn brood wil ("Ohja! Jeuk!") of vertel dat de jam niet op is maar in de koelkast staat ("Ohja!! Jeuk!").

Soms vraag ik me weleens af of we Luca niet te enthousiast opvoeden. Toen ik gisteren vroeg of hij een ijsje wilde, riep hij: "Oh! Jaaa! Vet!! Cool!!". En onze pogingen de oranje-gekte uit te leggen resulteerden erin dat hij bij ieder oranje versierd huis begon te zingen: "Ojeee ojee ojee ojeeee, we are the sjempies, we are the sjempies!" Maar wat ben ik trots als Luca aan zijn tafeltje zit te puzzelen en hardop zegt: "Waar moet deze? Hier? Nee, kan niet. Hier? Ja! Past! Kijk, mama, Luca gemaakt!" 

Het voetballen was voor Luca nog even iets te ingewikkeld, maar de bloedstollende penaltyreeks tegen Costa Rica – die Luca in zijn pyjama mocht kijken nadat de buren hem hadden wakker gejuicht – maakte één en ander duidelijk. Als de bal het doel in gaat, moet je juichen, had Luca begrepen toen Oranje scoorde. Dus toen de eerst volgende penalty erin ging, gingen Luca's handjes de lucht in en riep hij met zijn slaperigste stemmetje: “Jippie!!” terwijl papa en mama hun handen voor hun ogen sloegen. 

woensdag 18 juni 2014

Twee is nee

“Nee!” “Niet!” Het zijn Luca’s favoriete woordjes, en vooral de zeer nadrukkelijke ‘t’ van ‘niet’ maakt dat ik soms niet meer weet of ik nou moet lachen of huilen. Zondagavond moest ik voor het eerst sinds mijn bevalling Luca zelf naar bed brengen. Ik mag nog niet teveel traplopen en tillen, en aangezien het Luca’s missie is om elke grens die mama ooit gesteld heeft opnieuw uit te testen, heb ik het naar bed brengen maar zo lang mogelijk aan Harmen overgelaten. Tot zondag dus...

“Kom Luca, we gaan naar binnen!” zei ik toen Lisa eindelijk in slaap was gevallen in de draagzak. Luca deed alsof ie me niet hoorde en riep: “Whieeeh!” terwijl hij nog een rondje op de Cars-auto van de overbuurvrouw reed.
“Kom op Luca, zet de Cars-auto maar terug, we gaan bedje slapen” zei ik zo vastberaden als ik kon.
“Nee! Niette bed!” riep Luca minstens zo vastberaden en hij bleef zich met beide voetjes tegelijk afzetten. Er zat niets anders op: Met één hand tegen Lisa’s bolletje, duwde ik Luca met Cars-auto en al de voortuin van de overbuurvrouw in. “Zoo! Parkeren! Kom, we gaan naar binnen” zei ik nog opgewekt, maar Luca gooide zich krijsend over de Cars-auto heen en klemde zich eraan vast alsof zijn leven ervan af hing. “Nee! Niette bed! Carse rijden!!” gilde hij, en voor ik het wist liep ik richting huis met niet alleen een vijf kilo wegende baby aan mijn lijf, maar ook een krijsende en spartelende peuter van dertien kilo voor me uit tillend. Geweldig! dacht ik terwijl ik geruststellend probeerde te glimlachen naar een voorbijkomende buurman.

“Ga maar even in de hoek!” zei ik boos toen we binnenkwamen, maar toen ik even later bij hem kwam huilde hij alleen maar: “Carse rij-en! Carse rij-en!” En met zijn liefste stemmetje: “Carse rijden mag?!”
Terwijl ik hem een knuffel gaf legde ik uit waarom hij geen Cars mocht rijden en dat hij stout was omdat hij niet luisterde naar mama. “Sojju” snikte Luca zijn variant van “sorry”. Maar even later was het “Nee! Niette boven!” en “Nee, niette tannepoetsen!” En tegen de tijd dat ik met Luca in de houdgreep “Poets poets, poets je tanden” boven zijn “Nee! Koeka!! Zejjuf doen!” uit probeerde te zingen, had ik besloten dat ik morgen wel weer aan m’n rug zou denken. De trap naar zolder was één groot spektakel van “Nee!” “Niet!!”  tranen en snot. En na zijn vergeefse gehuil om “annere pyjama”, was elk aangeboden boekje: "Nee!". Dus koos ik zelf maar zijn lievelingsboek uit en begon stoïcijns voor te lezen. Dat werkte! Luca kroop met betraande ogen tegen me aan en begon zelfs tussen het snikken door mee te lezen met zijn favoriete bladzijden. Maar nog voor ik het boek had weggezet vroeg Luca al om "annere boekje" en mijn "Nee, morgen weer" was genoeg voor een nieuwe jammerlijke klaagzang.
“Welterusten Luca”, zei ik met grote moeite een zucht onderdrukkend, en terwijl ik een kus op zijn voorhoofd plantte hoorde ik Lisa's gehuil van beneden steeds harder worden.

Pfffff, was het enige wat ik nog kon denken terwijl ik de twee trappen weer afliep. Maar geloof het of niet, toen ik de volgende dag tegen Luca zei dat hij niet op de Cars-auto mocht, zette hij hem keurig netjes zelf weg. Zo! Ha! dacht ik. En stiekem hoopte ik dat de buurman nu ook keek.


donderdag 5 juni 2014

Daar is ze dan...

"Het is net Luca!" was het eerste wat ik uitbracht terwijl ik op adem probeerde te komen met de baby die een paar seconden geleden nog mijn lichaam uit moest, in mijn armen... Mijn kin onnatuurlijk tegen mijn schouder gedrukt om het langverwachte gezichtje tot in detail te kunnen bestuderen. Of het nu de opgezwollen oogjes waren, het volmaakt gevormde neusje, de bolle wangetjes, of het prachtige kleine mondje... iets maakte dat ik het gevoel had dat Luca opnieuw geboren was. Misschien was het wel de onbeschrijfelijke ervaring van na negen lange maanden zwanger zijn, enkele uren weeën opvangen en het toppunt van pijn, kwetsbaarheid en overweldiging, zomaar ineens verlost te zijn van alles en het volmaakte schepseltje waar je het allemaal voor gedaan hebt in je armen te houden... "Het is precies Luca" stamelde ik nog maar eens, en mijn angst dat ik van niemand zoveel zou kunnen houden als van onze Luca, was in één oogopslag verdwenen.

Net als na mijn eerste bevalling leek de vraag die me al negen maanden bezig had gehouden ineens bijna ongepast... "Wat is het eigenlijk?". 'Het' was zo volmaakt en klein, zo mooi en kwetsbaar... een heel nieuw mensenkind, van wie wij de ouders mochten zijn, in wie we steeds meer van onszelf zouden herkennen en die zich zou ontwikkelen tot een unieke persoonlijkheid. Wat deed het geslacht er nu nog toe? Maar toen Harmen het woord 'meisje' zei bleek mijn vreugde toch nog een extra dimensie te kennen. "Een méisje?!" herhaalde ik terwijl ik hem ongelovig aankeek. "Echt? Is het echt een meisje?!" En terwijl de verloskundige lachte dat hij het bewijs zo zou laten zien, kon ik mijn ogen niet losmaken van haar mooie gezichtje. "Hai Lisa" zei ik zacht, en langzaam maar zeker drong tot me door dat we gewoon echt een dochtertje hadden gekregen... Een zusje voor Luca. En dat mijn tweede zwangerschap, het lange lange wachten, en zelfs de bevalling achter de rug waren.

Die eerste week leefde ik bijna letterlijk op een roze wolk. Natuurlijk waren er krampjes en huiltjes en zorgen... En naweeën en stuwing en spierpijn... Maar het geluksgevoel overheerste en zelfs de kraamtranen bleven uit. En Luca, die was liever, trotser en blijer dan we hadden durven hopen. De enige die af en toe jaloers was, was ik, want die eerste dagen kreeg ik geen enkele knuffel of kus meer van Luca. Voor even was mama niet meer dan een obstakel waar Luca overheen moest klimmen, langs moest rennen of omheen moest lopen om Lisa een kusje of knuffel te kunnen geven.

maandag 12 mei 2014

41 weken...

Na mijn vorige blog is een kort vervolg wel op zijn plaats. Donderdagavond had Luca nog 40 graden koorts, maar dankzij de nodige zetpillen zakte de koorts gedurende de nacht en ging Luca met 38 graden mee richting bruiloft. Uiteraard met een tas vol reservekleertjes en een matje onder zijn billen. En hoewel Luca nog zo slap als een vaatdoek was, genoot hij volop van de autorit en vooral van het feit dat wij zo ongeveer direct stopten als hij 'poep' zei. Al gauw begon hij 'poep' te roepen om ons vervolgens te confronteren met een droge luier en de smeekbede 'Beh aaien!!' De derde keer zijn we maar op goed geluk doorgereden, en gelukkig kwamen we droog aan.

Dankzij een paar frietjes (!) knapte Luca halverwege de dag op, en 's avonds was de koorts weg. Toch is het achteraf gezien een wonder dat er niets is misgegaan, want na de nodige met diarree besmeurde kleertjes op zaterdag, gooide Luca zondag zijn gehele maaginhoud in mijn bh en over mijn jurk. Met recht de meest smerige 'mama-ervaring' in mijn mama-staan... En dan te bedenken dat ik niet eens reservekleding mee had naar de bruiloft.

Inmiddels zijn we weer allemaal de oude, en hoewel ik me nog zó had voorgenomen om uit te gaan van 42 weken - werd ik maandag 5 mei om 4 uur 's ochtends klaarwakker, akelig bewust van het feit dat het mijn uitgerekende datum was en dat de kans groot was dat de komende twee weken héél erg lang zouden gaan duren. In mijn buik gebeurt sinds maandag echt van alles, maar ondanks alle trappen, wandelingen, schoonmaakactiviteiten en harde buiken ten gevolge van dat alles, willen de echte weeën nog niet komen. Ik heb nog even geprobeerd manlief ervan te overtuigen dat die laatste paar dagen de wetenschap of we een jongen of meisje krijgen me heel veel om handen (geboortekaartje, decoratie, kleertjes, muisjes...), voorpret en extra geduld zou opleveren. En dat ik het voor zo'n korte tijd toch echt wel geheim zou kunnen houden. Maar helaas... zijn argumenten (door mijzelf ooit bedacht) wogen toch zwaarder...

En dus weet ik nog steeds niet of we een jongen of een meisje krijgen en kan ik bijna niet meer wachten om hem of haar in mijn armen te houden en te bewonderen... Nog heel eventjes...

donderdag 1 mei 2014

De 40e week...

Grappig is dat. Ik zeg altijd hoeveel weken ik zwanger ben, 39 inmiddels, maar ik zit dus al in de 40e week van mijn zwangerschap. En gek genoeg voelt dat helemaal niet zo. Grote kans dat dat met Harmens broer en zijn verloofde te maken heeft, die morgen - drie dagen voor mijn uitgerekende datum - trouwen. Maar hoewel we mijn hele zwangerschap hebben gespeculeerd over of ik wel of niet op de bruiloft zou zijn en hoe (hoogzwanger of met baby, met of zonder rolstoel, via een live-verbinding vanuit mijn kraambed...) had ik nooit gedacht dat er nog zoveel meer scenario's mogelijk waren.  

De baby blijft naar alle waarschijnlijkheid nog wel even zitten. Hij (of zij) zwemt nog vrolijk rond, groeit goed en heeft ruim voldoende vruchtwater. Allemaal uitspraken die mij zeer bekend voorkomen van de 41e en 42e week van mijn vorige zwangerschap. Maar om ons meteen maar even met de neus op de feiten te drukken: we zijn niet meer met zijn drieën, maar met zijn vieren... Vier gezinsleden om rekening mee te houden.

Het begon dinsdag- op woensdagnacht, toen ik Luca hoorde huilen en even bij hem ging kijken. Verbouwereerd zat hij in zijn bed, afwisselend naar mij kijkend en naar het avondeten dat zijn dekbed bedekte. Aangezien ik net zijn andere dekbed in de was had gedaan, besloten we hem de rest van de nacht bij ons te laten slapen, waar hij even later ook ons dekbed onder spuugde. En toen ik eindelijk doorhad wanneer ik de emmer onder zijn neus moest duwen, begon het volgende probleem. Een probleem waar geen luier tegenop kon. De details zal ik je besparen. En hoewel Luca tussen het spugen door nog vrolijk liedjes had staan zingen, werd hij na iedere luier alleen maar zwakker en stiller. Eén zielig hoopje ellende.

Wat was ik blij toen ie vanmorgen om 'drinken' vroeg, maar drie slokjes water en een half banaantje later had hij alweer genoeg. Dus hoewel ik inmiddels zeker weet dat ik niet met baby op de bruiloft zal zijn, is de kans groot dat ik erbij ben met een peuter die net zoveel zorg en aandacht nodig heeft als een baby. Of ik blijf thuis met Luca en zonder baby. Of ik krijg ook buikgriep, waardoor de baby toch ineens haast gaat maken...

Hoe het ook zij, ik kan alleen maar hopen dat we morgen met zijn drieën op de bruiloft kunnen zijn. Of eigenlijk met zijn vieren dus...


donderdag 10 april 2014

Schaapjes aaien

“Beh aaien!”
We fietsen langs de schaapskooi richting fysiotherapeut, en Luca kijkt zoals gebruikelijk zijn ogen uit. “Straks gaan we de schaapjes aaien, eerst naar de fysio”, zeg ik.
“Beh aaien…” zeurt Luca nog een paar keer, en dan roept hij blij: “hijsekaa!”, enthousiast wijzend naar de hijskranen op het veldje voor de brandweer. Het is nog geen tien minuten fietsen naar de fysio, maar dankzij Luca geniet ik volop van deze tochtjes. De sloten langs het fietspad met hun eendjes, hier en daar een reiger, en overhangende treurwilgen. Alle groene stukjes land die de vreugdekreet: “Jeeeej! Koewe!” uitlokken. Zelfs de bouwterreinen zijn een feest door de ogen van een peuter.
“Baby! Jeeeeej!” roept Luca als we even later voor het stoplicht bij de verloskundigenpraktijk staan. “Ja…! Inderdaad! Wat knap van jou!” roep ik glunderend van trots. “Daar gaan we altijd baby kijken! Goedzo!”
“Toooeeen!” roept Luca als het stoplicht even later op groen springt.

Een consult en een Cars-sticker rijker, fietsen we even later de schaapskooi in. Omdat lopen - nu ik 36 weken zwanger ben - niet meer mijn sterkste kant is, haal ik Luca uit zijn stoeltje en blijf zelf nog even op m’n fiets zitten. Maar voor ik het weet is Luca onderweg naar de sluis, en voor ik mijn fiets goed en wel heb weggezet is hij de beide poortjes al doorgerend – mijn paniekerige kreten “Luca, kom is hier! Luca, wachten! Luca! Bij mama blijven!” straal negerend. Terwijl ik zo snel als mijn bekken en buik het toelaten achter hem aan waggel, zie ik tot mijn opluchting dat Luca aan de andere kant van het hek blijft staan om door het gaas heen de nieuwsgierige schapen te aaien. “Je moet bij mama blijven, Luca!” zeg ik boos als ik zijn handje pak. “Kom, je kan de schaapje ook ín de kooi aaien”. Nog hijgend van de schrik loop ik de sluis weer door, maar dan pas begrijp ik waarom Luca de kooi uitrende.

Ineens komen er een stuk of acht schapen al blatend op me afgedraafd. Terwijl Luca zijn handje los rukt en tegen het hek gaat staan, word ik omringd door schapen die nieuwsgierig aan mijn tas proberen te knabbelen. Zo dapper als ik kan glimlach ik over de schapenruggen heen naar Luca terwijl ik de stugge wol probeer te aaien. “Kijk Luca, schaapjes aaien!” zeg ik zo nonchalant mogelijk. Maar Luca, die zelf niet groter is dan de meeste van deze schapen, blijft wijselijk op afstand en zegt zachtjes maar beslist: “neee.” Ik wring me tussen de schapen door om hem toch maar op m’n arm te nemen, en achtervolgd door acht schapen loop ik richting mijn fiets, die inmiddels op de grond ligt en wordt afgelebberd door nog een aantal exemplaren. “Kom, we gaan naar de lammetjes!” zeg ik tegen Luca.

Even later fietsen we terug naar huis, en terwijl Luca weer volop zijn woordenschat aan het oefenen is realiseer ik me: of de baby nu vandaag komt of over 6 weken, vervelen zal ik me niet tijdens dit verlof.

maandag 24 februari 2014

De babbelbox

"Wooooow!!" "Coooow!" "Stoe!!"
Luca praat. En hoe! Behalve een paar noodzakelijk woordjes als 'papa', 'mama', en 'speen', communiceerde Luca lange tijd vooral door te wijzen, nee te schudden of woordjes als 'ooooh!' 'tijk!' of ´KLAAR!'. Maar daar bleef het ook bij. Hij verstond ons prima, maar praten liet ie aan ons over. Tot een aantal weken geleden.

Het begon op een middag in de speeltuin. Luca stond boven aan de glijbaan, en zei zomaar ineens: "mama, zitte!" al wijzend naar de glijbaan. En terwijl ik me nog afvroeg of ik het goed had verstaan, zei hij: "Mama, jij zitten, hier!". Van blijdschap ging ik met zwangere buik en al van de glijbaan en vanaf toen zei Luca bijna iedere dag wel een nieuw woordje. Vroeg ik hem: "zullen we een mandarijntje eten?", zei hij ineens: "nee, appel!" en zaten we in de auto, riep ie de hele weg: "opa gaga! jeeej! koewe!"

Inmiddels kwebbelt Luca de hele dag door. Zodra hij uit bed komt wil hij "ba zoeke!"(bal zoeken) of "tati zoeke" (brandweerauto) en zodra we beneden zijn vraagt ie om "Cars", "Kikke" (kikker en zijn vriendjes), of "ziekje" (muziekje). Als hij honger heeft wil hij "appetje eten". En ik kan niet meer naar de wc zonder dat Luca op de deur klopt en roept: "Mama ben je nou?!" "Kom je?!" Alles wat rond is (van kraal tot voetbal) heet overigens "ba" en alles op wielen (van tractor tot bus) "atto!" Soms duurt het even voor ik een nieuw woordje begrijp. Zo had hij laatst al de hele dag om "pikoe" gevraagd, toen hij uiteindelijk dolblij met de dvd van 'Happy feet' aan kwam zetten.

Aangezien Luca al in de 'nee-fase' zit sinds hij nee kan schudden, leek het me wel zo handig om hem zo snel mogelijk 'ja' te leren zeggen. Maar dat bleek moeilijker dan ik dacht. Bij alles wat ik vroeg schudde hij driftig nee gevolgd door een zeer gedecideerd "jaa!" (iedere keer als Luca 'ja' zegt, klinkt het alsof hij het jawoord geeft). Na een spelletje nee schudden en ja knikken dacht hij bij iedere vraag even na, schudde dan zijn hoofd onder een luid "deee" en zei vervolgens al knikkend "jaaa". Gelukkig hielp een prentenboek, en na een paar keer per ongeluk "nee" te hebben gezegd tegen een koekje en "ja" op de vraag: 'ga je bedje slapen?' heeft ie het aardig onder de knie.

Hoe leuk ook, deze fase heeft ook zo zijn nadelen. "Open!" "Zitten!" (oftewel: 'neerzetten' of 'leggen') en "Lezen!", Luca commandeert er op los. En dan krijgt hij ook nog vaak zijn zin. Maar niet altijd natuurlijk, en dat leidt tot iets meer gejammer dan ik van hem gewend ben. Dus toen Luca laatst weer eens op de commode lag te jammeren, dacht ik dat hij zich aanstelde en negeerde zijn 'auw auw auw auw'. Tot hij zomaar ineens ophield met jammeren, me streng aankeek en uiterst verontwaardigd zei: "Mama, Luca is auw!"

En zo kan Luca me iedere dag wat meer vertellen.

zaterdag 1 februari 2014

De Beebox - evaluatie

Gestoofde savooiekool met prei, rösti van pastinaak en soesterknol en morgen stoofpot met citroenbonen en palmkool. Drie weken geleden ontvingen we onze eerste Beebox: een box vol verse groenten en andere biologische producten van boeren uit onze omgeving. Gezond, milieubewust en eerlijk, maar hoe bevalt het nou eigenlijk? Tijd voor een evaluatie.

Onze eerste conclusie was dat biologisch en gezond niet perse lekker betekent. Pastinaak bleek wel erg sterk van smaak, en al die nieuwe groenten zijn toch wel even wennen. Maar niet getreurd, dat gezond niet meteen lekker smaakt hadden we als kind ook al door. Dus vol goede moed doe ik nog meer mijn best om de groenten zo goed mogelijk volgens de meegeleverde recepten te bereiden.



Stap één: ‘savooiekool’, ‘palmkool’ en ‘soesterknol’ intypen bij ‘Google afbeeldingen’. Aha! Dus dit is de soesterknol… deze ook? Oh nee, dat is een ui met iets meer modder erop dan ik gewend ben. Oké, stap twee: savooiekool snijden. Wat zijn die witte dingen die ineens in het rond zweven? Hoort dat erbij, of zijn het vliegjes?? Hmm, extra goed wassen dan maar. Stoven kan ik inmiddels, dat heb ik vorige week ook met de boerenkool gedaan en die was boven verwachting lekker. Oké, stap drie: de pastinaak en soesterknol schillen. Dat gaat gelukkig een stuk makkelijker dan die pompoen van vorige week. Nu raspen. Ik word hier goed in! De raspfunctie van mijn zes-jaar-oude-keukenmachine heb ik twee weken geleden al ontdekt. Als ik even later met mijn blote handen twee eieren en een gesnipperd uitje door de groenten sta te kneden, denk ik terug aan die keer dat ik als kind röstirondjes had gemaakt van aardappel en ui. Wat deed ik daar nog meer door heen? Ineens dringt er een scherpe geur mijn neusgaten binnendringt. Oh nee! De savooiekool!!

Terwijl ik me afvraag hoe millieuvriendelijk het nog is als ik de helft van de groente laat aanbranden, red ik de rest van de savooiekool door deze in een andere pan te scheppen. Even later sta ik de rösti te bakken, wat ook een stuk moeilijker blijkt dan ik had gehoopt. Oké, volgende keer meer ei en… beschuit, dat was het! ‘Volgende keer gaat het beter’ houd ik mezelf voor terwijl ik lijdzaam toe zie hoe de rösti bijna donkerbruin maar niet gaar wordt…  

Als ik even later na twee uur koken aan tafel zit te kijken hoe het eten koud wordt terwijl Harmen Luca aan het verschonen is, en Luca vervolgens zijn bord demonstratief omkiept en moord en brand gilt als we toch een hapje in zijn mond duwen, vraag ik me even af of ik wel zo blij ben met de Beebox. Maar eerlijk is eerlijk, en de savooiekool was heerlijk!

vrijdag 10 januari 2014

Met stomheid geslagen

Eerlijk is eerlijk: tijdens de eerste helft van m'n zwangerschap was werken niet bepaald een pretje. Hoewel ik tijdens mijn eerste zwangerschap op een groep kinderen stond met het predicaat 'zeer moeilijk opvoedbaar' (vaak gediagnosticeerd met ODD), waar iedere dag wel sprake was van fysieke agressie, voelde ik me daar boven verwachting veilig. Maar niets is minder waar op mijn huidige groep, waar een stuk minder fysieke agressie voorkomt maar wel meer kinderen zijn. Niet alleen ben ik een stuk humeuriger en minder geduldig nu ik er - zwanger en wel - al een halve dag opvoeden op heb zitten als ik op mijn werk arriveer. Ook zijn de kinderen van deze groep zich minder bewust van de kwetsbaarheid van een ongeboren baby. Blokkeer ik een deur om het rennen en met deuren slaan te laten stoppen, word ik met buik en al aan de kant geduwd. En sta ik per ongeluk op de verkeerde plek, moet ik regelmatig aan de kant springen voor een langsvliegend kind, openvliegende deur of skeelerend meisje dat onderweg is mij als lantaarnpaal te gebruiken. En het frequente  "pas op voor de baby in mijn buik!" – waar zelfs ik moe van werd – leidde ertoe dat een meisje met hechtingsproblematiek expres op mijn buik sloeg toen ze boos was. Zachtjes weliswaar, maar ik moest alle zeilen bijzetten om professioneel te blijven.

Gelukkig was het in week 21 van mijn zwangerschap kerstvakantie, en hoewel ik vakanties heb meegemaakt die wij als groepsleiding nauwelijks overleefden, was deze vakantie heerlijk. Werkdagen van negen tot zes, een gezellige combinatie van zes in plaats van negen kinderen, en iedere dag een leuke activiteit of uitstapje. En niet te vergeten thuis een man die in zijn vakantie lekker voor Luca en het huishouden kon zorgen. Aan het eind van de vakantie had ik zoveel energie over dat ik besloot op mijn vrije dag samen met Luca naar de groep te gaan om het afscheid van mijn mentorkind bij te wonen.


Luca werd overspoeld met aandacht, en ik met vragen over hoe oud hij was en hoe hij heette en waarom hij huilde en "Kijk! Hij pakt de duplo! Kijk, juf, hij lacht naar mij!". Eén jongen vond dat ik hem een andere naam moest geven omdat een jongen in zijn klas al 'Luca' heette. Een ander was zo verlegen dat hij Luca's uitgestoken hand niet durfde aannemen, tot grote verbazing van Luca. En een jongen die zelf een broertje van vijf maanden had, zat Luca geruime tijd te bestuderen, en vroeg toen: "Maar juf, hoe kan hij nou zo snel één jaar en tien maanden zijn??". En terwijl langzaam het besef doordrong dat deze jongen werkelijk dacht dat Luca 'de baby in mijn buik' was, vroeg een ander meisje: "Juf, hoe kan het nou dat uw buik nog steeds dik is?!" En dan weet je ineens weer waar je het allemaal voor doet.

"We hebben wel verloren, maar we zijn het niet!"

Het was enkele minuten voor 2020 toen Claudia de Breij het glas hief tijdens haar oudejaarsconference. "Proost op de verliezers..."...