zaterdag 28 december 2013

Waar is de baby?

Gedwongen door de zwangerschap ben ik wat meer rust aan het inbouwen in mijn drukke leventje. En zodra ik een klein beetje rust ervaar, krijg ik de onbedwingbare behoefte om te schrijven. Dus daar zit ik dan met een leeg blogbericht voor me. Nu zou ik natuurlijk blogs vol kunnen schrijven over mijn zwangerschap. Over de onbedwingbare gewoonte om klokslag half tien op de bank in slaap te vallen - of we nu 'Criminal Minds' of 'The voice of Holland' kijken. En over mijn lichtelijke bezorgdheid over oudejaarsavond... Of over de rond de middag optredende zeer sterke behoefte om te slapen, of ik nu op mijn werk, ik de auto of thuis met Luca ben. Over de fysiotherapie waardoor bukken en tillen wat minder pijnlijk wordt. Of over mijn ietwat kortere lontje als Luca voor de zoveelste keer zijn eten of drinken op de grond gooit of richting een drukke straat rent. Waardoor ik moet rennen, bukken, tillen, alles wat bepaald geen pretje is met een dikke buik en zere rug.

Maar veel leuker dan schrijven over zwanger zijn, is schrijven over de reacties van kinderen op mijn zwangerschap. En laten we het nu eens over de reactie van mijn eigen zoontje Luca hebben. Luca vindt het maar wat leuk dat mama nu wat vaker op de bank ligt. Want wat is er nu leuker dan bovenop mama klimmen en je vanaf haar knieën naar voren laten vallen in een regelrechte knuffelaanval?
Nu probeer ik Luca natuurlijk duidelijk te maken dat er een baby in mijn buik zit en dat hij dus voorzichtig moet zijn. Maar hoe weet je nu of het antwoord op 'waar is de baby?' enkel geconditioneerd is, of dat Luca ook echt weet wat een baby is? Laatst probeerde ik dat uit met behulp van het kerstverhaal in een kinderbijbel. 
"Waar is de ezel?" vroeg ik. 
Luca wees blij de ezel aan en riep: "Aa ie aa ie!" . 
"En waar is de os?" 
"Boeoeoeoeh!" zei Luca al wijzend naar de os. 
"En waar is de baby?" doelend op het kindje in de kribbe.
Luca draaide zich verbaasd om, keek me aan met een blik van 'je houd me voor de gek' en wees trots naar mijn buik.  
Maar toch, toen ik laatst op een ochtend zei: "geef de baby maar een kusje", haalde hij zomaar zijn speentje uit zijn mond en stopte deze in mijn navel voor hij een kusje op mijn buik gaf. 

Maar het leukst blijven toch wel de vragen en opmerkingen van de ietwat oudere kinderen op mijn werk. 
"Maar juhuf, waarom huilt de baby dan niet?" 
"Dat kan hij nog niet omdat ie nog niet ademt. Hij zit onder water in mijn buik."
"Maar juf, heeft de baby geen honger dan?"
"Nee, want als ik eet komt het ook bij de baby".
Kijkend naar de chips in mijn hand: "Moet u nu kleine hapjes nemen?" 
En voor de honderdste keer: "Maar mag ik de baby nu eens zien?!"
Omdat ik al heel wat pogingen had gedaan om uit te leggen dat je de baby niet kan zien, trok ik nu maar mijn shirt een stukje omhoog en buikband een beetje naar beneden zodat er een stukje buik zichtbaar werd. De mond van het zesjarige meisje viel open van verbazing, en met een ongelovige uitdrukking op haar gezicht riep ze uit: "Dus je kan de baby écht niet zien! U had dus tóch gelijk!! Hij zit echt IN uw buik!!!"

"We hebben wel verloren, maar we zijn het niet!"

Het was enkele minuten voor 2020 toen Claudia de Breij het glas hief tijdens haar oudejaarsconference. "Proost op de verliezers..."...