woensdag 18 juni 2014

Twee is nee

“Nee!” “Niet!” Het zijn Luca’s favoriete woordjes, en vooral de zeer nadrukkelijke ‘t’ van ‘niet’ maakt dat ik soms niet meer weet of ik nou moet lachen of huilen. Zondagavond moest ik voor het eerst sinds mijn bevalling Luca zelf naar bed brengen. Ik mag nog niet teveel traplopen en tillen, en aangezien het Luca’s missie is om elke grens die mama ooit gesteld heeft opnieuw uit te testen, heb ik het naar bed brengen maar zo lang mogelijk aan Harmen overgelaten. Tot zondag dus...

“Kom Luca, we gaan naar binnen!” zei ik toen Lisa eindelijk in slaap was gevallen in de draagzak. Luca deed alsof ie me niet hoorde en riep: “Whieeeh!” terwijl hij nog een rondje op de Cars-auto van de overbuurvrouw reed.
“Kom op Luca, zet de Cars-auto maar terug, we gaan bedje slapen” zei ik zo vastberaden als ik kon.
“Nee! Niette bed!” riep Luca minstens zo vastberaden en hij bleef zich met beide voetjes tegelijk afzetten. Er zat niets anders op: Met één hand tegen Lisa’s bolletje, duwde ik Luca met Cars-auto en al de voortuin van de overbuurvrouw in. “Zoo! Parkeren! Kom, we gaan naar binnen” zei ik nog opgewekt, maar Luca gooide zich krijsend over de Cars-auto heen en klemde zich eraan vast alsof zijn leven ervan af hing. “Nee! Niette bed! Carse rijden!!” gilde hij, en voor ik het wist liep ik richting huis met niet alleen een vijf kilo wegende baby aan mijn lijf, maar ook een krijsende en spartelende peuter van dertien kilo voor me uit tillend. Geweldig! dacht ik terwijl ik geruststellend probeerde te glimlachen naar een voorbijkomende buurman.

“Ga maar even in de hoek!” zei ik boos toen we binnenkwamen, maar toen ik even later bij hem kwam huilde hij alleen maar: “Carse rij-en! Carse rij-en!” En met zijn liefste stemmetje: “Carse rijden mag?!”
Terwijl ik hem een knuffel gaf legde ik uit waarom hij geen Cars mocht rijden en dat hij stout was omdat hij niet luisterde naar mama. “Sojju” snikte Luca zijn variant van “sorry”. Maar even later was het “Nee! Niette boven!” en “Nee, niette tannepoetsen!” En tegen de tijd dat ik met Luca in de houdgreep “Poets poets, poets je tanden” boven zijn “Nee! Koeka!! Zejjuf doen!” uit probeerde te zingen, had ik besloten dat ik morgen wel weer aan m’n rug zou denken. De trap naar zolder was één groot spektakel van “Nee!” “Niet!!”  tranen en snot. En na zijn vergeefse gehuil om “annere pyjama”, was elk aangeboden boekje: "Nee!". Dus koos ik zelf maar zijn lievelingsboek uit en begon stoïcijns voor te lezen. Dat werkte! Luca kroop met betraande ogen tegen me aan en begon zelfs tussen het snikken door mee te lezen met zijn favoriete bladzijden. Maar nog voor ik het boek had weggezet vroeg Luca al om "annere boekje" en mijn "Nee, morgen weer" was genoeg voor een nieuwe jammerlijke klaagzang.
“Welterusten Luca”, zei ik met grote moeite een zucht onderdrukkend, en terwijl ik een kus op zijn voorhoofd plantte hoorde ik Lisa's gehuil van beneden steeds harder worden.

Pfffff, was het enige wat ik nog kon denken terwijl ik de twee trappen weer afliep. Maar geloof het of niet, toen ik de volgende dag tegen Luca zei dat hij niet op de Cars-auto mocht, zette hij hem keurig netjes zelf weg. Zo! Ha! dacht ik. En stiekem hoopte ik dat de buurman nu ook keek.


donderdag 5 juni 2014

Daar is ze dan...

"Het is net Luca!" was het eerste wat ik uitbracht terwijl ik op adem probeerde te komen met de baby die een paar seconden geleden nog mijn lichaam uit moest, in mijn armen... Mijn kin onnatuurlijk tegen mijn schouder gedrukt om het langverwachte gezichtje tot in detail te kunnen bestuderen. Of het nu de opgezwollen oogjes waren, het volmaakt gevormde neusje, de bolle wangetjes, of het prachtige kleine mondje... iets maakte dat ik het gevoel had dat Luca opnieuw geboren was. Misschien was het wel de onbeschrijfelijke ervaring van na negen lange maanden zwanger zijn, enkele uren weeën opvangen en het toppunt van pijn, kwetsbaarheid en overweldiging, zomaar ineens verlost te zijn van alles en het volmaakte schepseltje waar je het allemaal voor gedaan hebt in je armen te houden... "Het is precies Luca" stamelde ik nog maar eens, en mijn angst dat ik van niemand zoveel zou kunnen houden als van onze Luca, was in één oogopslag verdwenen.

Net als na mijn eerste bevalling leek de vraag die me al negen maanden bezig had gehouden ineens bijna ongepast... "Wat is het eigenlijk?". 'Het' was zo volmaakt en klein, zo mooi en kwetsbaar... een heel nieuw mensenkind, van wie wij de ouders mochten zijn, in wie we steeds meer van onszelf zouden herkennen en die zich zou ontwikkelen tot een unieke persoonlijkheid. Wat deed het geslacht er nu nog toe? Maar toen Harmen het woord 'meisje' zei bleek mijn vreugde toch nog een extra dimensie te kennen. "Een méisje?!" herhaalde ik terwijl ik hem ongelovig aankeek. "Echt? Is het echt een meisje?!" En terwijl de verloskundige lachte dat hij het bewijs zo zou laten zien, kon ik mijn ogen niet losmaken van haar mooie gezichtje. "Hai Lisa" zei ik zacht, en langzaam maar zeker drong tot me door dat we gewoon echt een dochtertje hadden gekregen... Een zusje voor Luca. En dat mijn tweede zwangerschap, het lange lange wachten, en zelfs de bevalling achter de rug waren.

Die eerste week leefde ik bijna letterlijk op een roze wolk. Natuurlijk waren er krampjes en huiltjes en zorgen... En naweeën en stuwing en spierpijn... Maar het geluksgevoel overheerste en zelfs de kraamtranen bleven uit. En Luca, die was liever, trotser en blijer dan we hadden durven hopen. De enige die af en toe jaloers was, was ik, want die eerste dagen kreeg ik geen enkele knuffel of kus meer van Luca. Voor even was mama niet meer dan een obstakel waar Luca overheen moest klimmen, langs moest rennen of omheen moest lopen om Lisa een kusje of knuffel te kunnen geven.

"We hebben wel verloren, maar we zijn het niet!"

Het was enkele minuten voor 2020 toen Claudia de Breij het glas hief tijdens haar oudejaarsconference. "Proost op de verliezers..."...