woensdag 23 januari 2019

23 januari 2019 - Hij leeft!

Zes weken is ons regenboogkindje alweer! Zeker zes blogs schreef ik dan ook al in gedachten, maar ze op papier zetten leek bijna onmogelijk tussen alle voedingen, badjes, wasjes, kraamvisites, inhaal-slaapjes en feestdagen door. Op mijn nagels prijken nog altijd restjes glitternagellak van een moeder-dochter-momentje in de kerstvakantie, en de tafel ligt nog vol spelletjes, voetbalkaartjes, en tekeningen van gisterenmiddag. Zo langzaam als de laatste dagen van mijn zwangerschap gingen, zo snel gaan de dagen nu. En nu ik dan eindelijk achter de laptop zit – baby in de draagzak – weet ik gewoon niet waar ik moet beginnen…

Bij het eindeloos lange wachten op de bevalling, die zich wekenlang ‘elk moment’ kon aandienen? Bij de ontspannende en bevrijdende voetreflexmassage, op de avond waarop ik 41.5 weken zwanger was? Bij de woorden "Laten we maar blijven, want bij een vierde weet je nooit hoe snel het gaat”, die de verloskundige later die avond uitsprak. Of enkele uren later, toen ik snakkend naar een manier om de weeën wat draaglijker te maken, op haar advies op mijn andere zij probeerde te draaien?

Mijn lichaam leek door alle natuurgeweld te zijn vergeten hoe dat moest, maar eenmaal omgedraaid veranderde de eerst volgende wee in persdrang. En met een alles-overweldigende oerkracht leek mijn lichaam het van me over te nemen. In één superlange niet-te-stoppen perswee werd het warme babylijfje naar buiten geduwd. Ik kon niet anders dan persen, persen, en nog eens persen, en terwijl ik de rest van de kamer volledig buitensloot perste ik alsof mijn leven ervan afhing, tot het hele lichaampje eruit was. En toen begon ik te huilen. Van de pijn… Van de opluchting… Van de afgelopen twee lange jaren… De herinnering aan Tobias... “Kijk eens! Daar is hij!” hoorde ik de verloskundige zeggen, en door mijn tranen heen zag ik ons vierde kindje naar me toe komen. Open oogjes, huilend, levend! “Hij leeft!” huilde ik. “Hij leeft, Harmen, zie je dat?! Hij leeft!”

Slechts met de grootste moeite lukte het om mezelf voldoende tot bedaren te brengen om het nog harder huilende baby'tje op mijn borst te kunnen troosten. Verwonderd zag ik hoe hij me aankeek, hoe hij rustig werd van mijn stem, begon te zoeken, begon te drinken, en poepte in de doeken waarin hij gewikkeld was. Toen hij ook nog met een boogje op Harmen plaste, constateerden we lachend: “Hij doet het!” “Nu ben ik zo nieuwsgierig hè..." zei de verloskundige die niet alleen tijdens de zwangerschap en bevalling van Tobias, maar ook in de afgelopen negen maanden onze rots in de branding was geweest. "Hoe gaan jullie hem noemen?” Ik wisselde nog een blik met Harmen, en noemde zijn naam.”

Hoewel ik me had voorbereid op een week vol pijnlijke herinneringen en dubbele emoties, was de kraamweek één roze wolk. We hadden dezelfde kraamverzorgende als in de week dat Tobias bij ons was. Zij wist als geen ander dat dit ons vierde kindje, mijn vierde bevalling en vierde kraambed was. Voor háar hoorde Tobias net zo vanzelfsprekend bij ons gezin, als voor ons, en juist dat gaf ruimte om volop van deze baby te kunnen genieten. Wat was het heerlijk om nu een levend baby’tje te hebben. Steeds weer dat huiltje te horen, zijn bewegende gezichtje te bestuderen, hem in bad te mogen doen...

Herinneringen waren er zeker, maar dan vooral aan de kraamweken van onze oudste twee kinderen. Het was alsof we eindelijk de overkant hadden bereikt van het diepe en donkere ravijn waar we anderhalf jaar geleden in waren getuimeld. En daarmee ook weer zicht hadden op de overkant; de tijd van vóór die alles veranderende 20-weken-echo. Terwijl ik mijn jongste zoontje bestudeerde herinnerde me hoe ik bij onze oudste had uitgekeken naar elke mijlpaal, en genoot ik des te meer van dit oh zo prille begin dat zó snel voorbij gaat. Ik herinnerde me de stress die ik had gevoeld als onze dochter huilde, en realiseerde me hoe enorm ik genoot van de pasgeboren-baby-huiltjes, na de oorverdovende stilte van Tobias. En hoe wonderlijk het was dat hij rustig werd van mijn stem of hartslag. Natuurlijk waren er ook naweeën, vreselijke spierpijn en ontzettende stuwing, maar zelfs dat viel mee vergeleken bij de eerste drie kraamweken. En met de beste kraamverzorgende die je je kan wensen vloog de kraamweek voorbij.

De gezichten van de trotse broer en zus bij het zien van hun levende broertje, zal ik nooit vergeten. Natuurlijk misten we Tobias ook deze week. Maar toen de kinderen ook de tweede ochtend hun broertje kwamen bewonderen in ons grote bed, zei onze oudste zoon ineens: "Nu zijn we voortaan met zijn zessen... Want Tobias is er ook bij... Maar dan zoals de wind." Een mooier cadeau had hij me niet kunnen geven.

Foto: Inge Bird van http://bybirdy.photography/ 

"We hebben wel verloren, maar we zijn het niet!"

Het was enkele minuten voor 2020 toen Claudia de Breij het glas hief tijdens haar oudejaarsconference. "Proost op de verliezers..."...