zondag 12 juli 2015

Jongens en meisjes

"Opa, jij bent toch papa's moeder?" Terwijl Lisa steeds meer controle krijgt over haar 'ma-' en 'pa-klanken', is Luca al druk bezig de familiestructuren helder te krijgen. "Ome Marius is papa's broer, en J. en A. zijn jouw neefjes...", leg ik hem uit. Luca denkt even na en vraagt dan: "Dus Lotte is mijn neefje?"
"Bijna goed! Maar Lotte is een meisje, dus Lotte is jouw nichtje." 
"Lotte heeft niet een plasser?"
"Inderdaad, Lotte heeft geen plasser".

Lotte, Luca's twee weken oudere nichtje, kwam laatst voor het eerst bij ons logeren. De twee waren al gauw zo op elkaar ingespeeld dat ik ze nauwelijks meer kon bijhouden. "Kom Lotte, we gaan met de vrachtauto spelen!"
"Maar we hadden toch een plannetje?!"
"Ohja!"
En even later: "Nee Lotte, jij mag deze en ik deze. Samen spelen, samen delen!"
Gevolgd door wat commotie aan beide kanten, en als ik klaar sta om in te grijpen ineens: "Sorry, Lotte."
"Sorry, Luca."
"Zullen we nu met deze spelen"
"Ja, is goed!"

Hoe groot ze ook worden, het jongen- meisje-verhaal blijft ingewikkeld. "Eigenlijk moet ik een jurk aan", zei Luca laatst bedenkelijk, "dan kan ik veel beter dansen". Dat hij zelf een jongen is, en dat jongens een plasser hebben, snapt hij inmiddels. Dat nagellak voor meisjes is heeft hij met tegenzin geaccepteerd. Maar wie er nou in welke categorie valt blijft nog wel ingewikkeld. "Heeft oma een plasser?" vroeg hij laatst. En terwijl hij laatst de bloemetjes in de tuin water gaf, en door het hek Edwin van de buren voorbij zag fietsen, riep hij ineens: "Edwin heeft een plassertje! Ja toch, mama?"

Toen we tijdens Lottes logeerpartijtje een bezoekje aan de speeltuin brachten kreeg ik ineens een doorkijkje in de toekomst. Want daar was een jongen van 7 jaar - zo vertelde hij me algauw - die ontzettend goed kon praten en ontzettend trots was op zijn gisteravond gekregen handboeien. Terwijl ik ons gesprekje even onderbrak om naar Luca te roepen dat hij al zo goed kon klimmen, wist deze jongen niet hoe snel hij in het klimrek moest komen om voor te doen hoe goed híj al wel niet kon klimmen. "Mama noemt mij altijd een aapje" zei hij, "want ik kan zo goed klimmen dat ik net een aap ben!". "Kijk, ik kan dit al!" "En ik kan zó in één keer..."
Of Luca zijn gebral zat was of dat het puur toeval zal ik nooit zeker weten, maar Luca liep zonder iets te zeggen naar zijn nichtje, keek haar veel betekenend aan en zei al hoofdschuddend: "Ikke, ikke, ikke."

"Werkt je mama bij de politie?" vroeg ik aan de 7-jarige meneer aapje toen hij voor de vierde keer vertelde dat hij de handboeien pas gisteravond van zijn moeder gekregen had en nu al wist hoe hij ze los moest maken. "Nee, maar mama had een nieuw bed gekocht, en deze had ze gekregen om papa daaraan vast te binden."
"Oh..." zei ik terwijl ik met moeite mijn gezicht in plooi hield.

"We hebben wel verloren, maar we zijn het niet!"

Het was enkele minuten voor 2020 toen Claudia de Breij het glas hief tijdens haar oudejaarsconference. "Proost op de verliezers..."...