dinsdag 14 oktober 2014

Groot worden

Als ik mijn aandacht van het koekjesvak naar mijn winkelwagentje verplaats, staat er ineens een man uitgebreid naar Lisa te lachen en te kletsen. "Wij hebben een overeenkomst" zegt hij jolig tegen haar, en dan richting mij: "we hebben evenveel haar". Luca ziet hij niet, en als Luca mompelt dat zijn zusje Lisa heet hoort hij hem niet. Zelfs Luca's poging tot een 'high five' wordt niet opgemerkt. En dan dringt ineens de harde waarheid tot me door: Luca wordt groot... Samen met zijn babyvet heeft hij ook een deel van zijn schattigheid verloren. En daarmee zijn vermeende onschuld... "Wat kan hij al goed rennen!" wordt "hij is een weglopertje hè?!" En visite kusjes geven en uitzwaaien voor het slapen gaan is niet meer "schattig" maar "tijdrekken". Voor vreemden althans...

Voor mij geldt dat natuurlijk niet. Voor mij zal hij waarschijnlijk altijd wel dat prachtige, kostbare wonder blijven dat je als vreemde alleen in hele jonge mensjes ziet. En hoewel ik het geweldig vind om Luca te zien groeien, hadden sommige dingen van mij nog heel lang hetzelfde mogen blijven. Neem nou zijn speentje. Moest hij tussen twee afspraken door echt even in de auto slapen: speentje erin en weg was Luca. Was hij zo moe dat hij alleen nog maar rondjes kon rennen of heel hard kon huilen: speentje erin en de zuigreflex deed de rest... Of moest hij tijdens een bruiloft in een bovenzaaltje in zijn tentje slapen... Leve de speen!

Maar een tijdje geleden ontdekte ik dat de grootste speenmaat '18+ maanden' was, en Luca al ruim 30 maanden. Dus zocht ik al enige tijd naar de moed en het goede moment om Luca te leren slapen zonder speen. Drie dagen geleden zag ik mijn kans schoon toen Luca's kin helemaal rood en pijnlijk was. "Dat komt door je speentje", vertelde ik hem. "Daar ga je van kwijlen en dan krijg je een zere kin."
's Avonds legde ik het speentje onder 'olifant' zijn slurf, en vertelde Luca dat zijn kin vanzelf minder pijn zou gaan doen als hij voortaan zonder speentje ging slapen. Toen Luca twee uur later helemaal moe en en in tranen vertelde dat hij zo verdrietig was, was ik alweer gezwicht, maar Luca zei beslist tussen het snikken door: "Nee! Speentje olifant! Luca auwa kin speentje." Uiteraard... dacht ik beschaamd, en snel legde ik het speentje weer in olifant zijn snuit.

We zijn nu drie dagen verder (en Luca drie hele korte nachten) en Luca wil níet naar bed. Sterker nog, hij wil helemaal niks. Zelfs geen luier aan. En aangezien het eigenlijk ook wel tijd wordt dat we dat tweede onmisbare mama-attribuut vaarwel zeggen, geef ik hem zijn zin. Niet op zijn minst omdat Lisa's gehuil tijdens Luca's minutenlange tijdrekkende zit op het potje is aangezweld tot een hartverscheurend gejammer.

"Mama! Ik moet plassen!" klinkt het even later door de babyphone, bijna direct gevolgd door een "ohoh...". Lisa begint direct weer te huilen als ik haar in bed leg, en met de nodige stress in mijn lijf ren ik naar boven, waar Luca gehurkt boven zijn garage naar zijn onderbroekje kijkt.
Tegen de tijd dat ik weer beneden ben slaapt Lisa, en hoewel Luca voor de derde keer uit bed is geklommen om met zijn garage te spelen, wordt het even later helemaal stil in huis. Heel zachtjes ga ik bij hem kijken, en daar ligt hij hoor... Hoe groot en stoer ik hem ook vind omdat hij helemaal zelf weer in bed is gekropen, voor mij is hij nog altijd de schattigheid zelve. Zeker als hij slaapt.

zaterdag 11 oktober 2014

"Kijk is ik gevonden hebt!"

Daar zat ik dan, zaterdagochtend half acht in mijn glitterjurkje in de trein, over mijn wallen heen kijkend naar Lisa die in de kinderwagen lag... Ik was even vergeten dat ik zowaar een heel uur niets te doen zou hebben, dus nadat ik een inhaalslag 'knuffelen met Lisa' had gemaakt, begon ik te bedenken wat voor verhaal medereizigers bij me zouden bedenken als ze me zo zagen zitten... Scenario's te over, maar waarschijnlijk zou niemand bedenken dat ik onderweg was naar een kooroptreden op de open dag van de ChristenUnie, hopende dat ik met een baby zonder paspoort door de strenge controles van de Tweede Kamer heen zou komen. Want hoe goed ik het ook van mezelf vond dat ik tot nu toe alle flesjes melk mee naar huis had genomen, uitgerekend gisteravond liet ik mijn flesje, mét kolfstuk, in de koelkast op mijn werk staan... Net nu ik niet alleen dit belangrijke optreden, maar ook nog een werkdag in het Dolfinarium voor de boeg had voor ik weer bij de betreffende koelkast hoefde te zijn...

Het is soms rennen, vliegen, plannen en improviseren, maar afgezien van de tranen bij de eerste keer wegbrengen, bevalt het me prima om weer aan het werk te zijn. En niet op z'n minst omdat het thuis zijn er ook gewoon nóg leuker van is geworden. Ik ben dan ook super trots als ik zie hoe flexibel Luca en Lisa met alle veranderingen omgaan. Wat helpt is dat Luca steeds meer praat en ook begrippen als ‘gisteren’ en ‘morgen’ gaat begrijpen. Dus behalve dat ik hem 's avonds kan vertellen hoe 'morgen' eruit ziet, kan hij me ’s ochtends vertellen wat hij gisteren heeft gedaan. "En toen speeltuin gewéés... schommelen... voetballen... en toen boterham gegeten. En wéét je...?!” Heerlijk vind ik die gesprekjes, en vooral de geïmproviseerde voltooid deelwoorden vind ik geweldig. "Kijk is ik gevonden hebt!"

Ergens tussen het werken, thuis zijn en hobby'en door, krijgen we het ook nog voor elkaar om mee te doen aan dingen zoals de ‘kerk binnenstebuiten-dag’, waardoor we een hele middag rollators hebben gewassen in een nabij gelegen bejaardentehuis. Dus toen we een paar dagen later in de supermarkt een mevrouw in een rolstoel tegenkwamen, kreeg Luca een blik van herkenning in zijn ogen, grijnsde hij breed naar de mevrouw en riep wijzend naar de rolstoel: "Héé! Mooie deze!". Ik geloof dat haar dag niet meer stuk kon, en die van mij zeker niet! Ik ben wel eens minder trots de supermarkt uitgelopen…

Een nadeel van weer aan het werk zijn, is dat ik het vrij lastig vind om na een paar dagen 'Amsterdam Zuid-Oost'-taalgebruik te hebben gehoord, thuis helemaal netjes en correct te blijven praten. Dus toen Luca op de snelweg een sterke voorkeur had voor de afslag richting opa en oma (“Hierheen! Hierheen! MAMA!! Deze kant!”), en ik toch echt rechtdoor reed naar het vakantieadres van mijn zus, klonk vol overtuiging vanaf de achterbank: “SHIT! Verkeerd gereden...”

"We hebben wel verloren, maar we zijn het niet!"

Het was enkele minuten voor 2020 toen Claudia de Breij het glas hief tijdens haar oudejaarsconference. "Proost op de verliezers..."...