dinsdag 1 december 2015

Sinterklaas kapoentje

In december verschenen op: https://www.opgroeigids.nl/index.php/blog/sinterklaas-kapoentje

“Mijn motor vindt Sinterklaas heeeeuuul erg leuk.” zegt onze peuter terwijl ik de luiertas aan het inpakken ben. We staan op het punt om naar het Sinterklaasfeest van papa's werk te gaan en Sinterklaas in levende lijve te ontmoeten, en zoonlief heeft zich even teruggetrokken met zijn motor. “Mijn motor vindt Sinterklaas niet eng, en ook niet spannend.” 
“Oh! Dat is handig”, zeg ik, “dan kan je hem meenemen naar Sinterklaas, en dan kan hij je vertellen dat je niet bang hoeft te zijn!”. “Neeee, dat kán toch niet!" zegt hij. "Mijn motor is toch niet e-écht!” "Oh ja, das waar ook." 
Onze zoon is een groot fan van het sinterklaasjournaal, maar vindt het nog wel ingewikkeld allemaal. “Ben ik nu een beetje vier?”, vroeg hij nadat zijn eerste schoencadeautje was uitgepakt. En dat niet hijzelf, maar Sinterklaas bijna jarig is, vond hij de perfecte gelegenheid om Sinterklaas nu eens in het zonnetje te zetten. “Dan kan iedereen sinterkláás een cadeautje geven!” Op onze uitleg dat Sinterklaas meestal cadeautjes komt brengen als hij jarig is, zei hij vervolgens: "Neeee, ik denk het niet hoor! Als je jarig bent kríjg je cadeautjes." 
Ook onze dochter vindt Sinterklaas al reuze interessant. “Waar gaan we naartoe?”, vraag ik haar als we even later op het koude perron op de trein staan te wachten. “Kaaaasj!”, roept ze trots. En dan valt haar blik op twee jongetjes in pietenkostuum en begint ze enthousiast te wijzen: "Kaasj!". “Ja, dat zijn zwarte pietjes! Die horen ook bij Sinterklaas.” En terwijl mijn dochter trots ja knikt, vraag ik me onwillekeurig af of ik nu iemand beledigd heb. 
Onze zoon maakt zich echter druk om hele andere zaken. Zo vindt hij dat een aantal liedjes nodig aangepast moet worden. "Nee, mama, je moet niet 'laat je paardje maar buiten staan' zingen", onderbrak hij me laatst. "Wat dan?", vroeg ik verbaasd. "Laat je paardje maar bínnen staan, want anders krijgt hij het koud, en dan loopt hij misschien wel weg!" Maar het mooiste vind ik nog wel zijn versie van Sinterklaas kapoentje. “Nee, mama, je moet 'Dank u zwarte pietje' zingen. Sinterklaas draagt toch geen hele grote zak met pepernoten en cadeautjes?! Dat is zwarte piet!”
Daar zitten we dan, vol spanning te wachten tot hij bij Sinterklaas mag komen. Onze dochter wil wel, maar die is nog te jong en zal ongetwijfeld iets te hard aan zijn baard trekken. Dus houd ik haar stevig vast als Sinterklaas de naam van onze peuter noemt. Maar terwijl ik mijn man een zetje geef, hoor ik Sint zomaar ineens vragen of zijn mama, Patricia, mee naar voren wil komen. Oh... Ik word spontaan bijna net zo zenuwachtig als mijn zoon, die inmiddels zijn armen om mijn benen en zijn hoofd ertussendoor gestoken heeft. "Want Sinterklaas", zegt de goedheiligman als ik even later samen met mijn peuter naast hem zit, "leest heel graag de blogs van mama Patricia". Natuurlijk heeft ook de creativiteit van zoonlief het grote boek van Sinterklaas bereikt, en dus zingen we even later luidkeels met alle pieten, kinderen, papa's en mama's van papa's werk:
Sinterklaas kapoentje   
Gooi wat in mijn schoentje
Gooi wat in mijn laarsje
Dank u zwarte pietje!


dinsdag 3 november 2015

Wielrenners met vrouwen erop

In november verschenen op: https://www.opgroeigids.nl/blog/wielrenners-met-vrouwen-erop.

En ineens is er alweer een maand voorbij. Een maand waarin ik mijn eerste stappen als 'integratief kindertherapeut in opleiding' heb gezet. Waarin ik een praktijkruimte, naam en logo heb geclaimd en mijn eerste cliëntjes heb gezien. En een maand waarin ik probeer een evenwicht te vinden tussen werken, studeren en mama zijn. En dat valt nog niet mee.

Op woensdag en vrijdag werk ik, op donderdag heb ik overdag les en 's avonds intervisie, en de zaterdag probeer ik vrij te houden voor mijn huiswerk en praktijk. En hoewel het nog een hele uitdaging is om mijn caseload in 16 uur te proppen, en mijn huiswerk in mijn huishouden te integreren, heb ik mezelf één ding plechtig beloofd: de maandag en dinsdag zijn voor de kinderen. Dan ga ik in de 'verlof'-modus, doe ik geen make-up op, doe de kinderen in bad wanneer dat toevallig uitkomt, en als ze even lekker aan het spelen zijn werk ik de was, het stof en het vuil weg. Heerlijk! 

Op maandag om een uur of twaalf fietsen we met zijn drieën naar de peuterspeelzaal, waar alle moeders geacht worden een kwartiertje met hun kind te spelen - tot de juffen beginnen te zingen dat we gaan opruimen. De rust die daar hangt vind ik heerlijk, maar het leukste is nog wel het fietstochtje daarnaar toe. Terwijl dochterlief alle mooie bomen, eendjes en vogels aanwijst en de namen daarvan probeert na te zeggen ", zit zoonlief steevast achterop een liedje te zingen. Tot hij plotseling drie tegemoetkomende wielrensters in het visier krijgt en uitroept: "KIJK, MAMA, WIELRENNERS!" En als we ze even later passeren: "WIELRENNERS MET VROUWEN EROP!" Je begrijpt dat ik regelmatig met een glimlach van oor tot oor bij de peuterspeelzaal aankom.

Gelukkig kost de studie niet alleen veel tijd, maar geeft hij ook veel energie, en nog belangrijker: heel veel nieuwe inzichten. De visie van Charlotte Visch (ontwikkelaar van de integratieve kindertherapie) geeft antwoord op vragen die ik als pedagogisch medewerker en als moeder had, en richting aan alle verschillende theorieën en therapieën die ik tijdens mijn studie Kinder- en jeugdpsychologie heb leren kennen. Ik zou daar graag inhoudelijk meer op in gaan, maar na diverse pogingen om dat in één blog te vatten, heb ik besloten dat het daar nog te vroeg voor is.

En dus houd ik het deze keer kort, zodat ik snel weer aan mijn huiswerk kan. Tot volgende maand!

dinsdag 6 oktober 2015

Van de tee-tui

Blog van oktober, verschenen op https://www.opgroeigids.nl/blog/van-de-tee-tui.

Schreef ik in mijn vorige blog nog dat onze dochter 'hooguit vijf woorden' sprak, een maand later ben ik de tel al kwijt. "Mama, tijk is! Ee, dee...die!!!" roept ze regelmatig als ze zich in bad op haar billen laat vallen. "Tee-tui" is 'speeltuin' maar kan ook 'glijbaan' betekenen, en sinds we het boekje 'Grrr!' van Liesbet Slegers hebben gelezen, is ieder dier een 'Grrr!'. En dus wijst onze dochter regelmatig naar de lucht terwijl ze verwonderd uitroept: "Tijk! Ooooooh! Grrrrr!".

 Dat ze zo snel is met praten komt wellicht doordat ze een meisje is, of doordat ze communiceren gewoon onwijs interessant vindt, maar ligt waarschijnlijk ook aan de ruime hoeveelheid voorbeelden die ze krijgt dankzij haar grote broer. Kinderen doen nu eenmaal graag na. Onze zoon was anderhalf, sprak hooguit vijf woorden en was rustig met de duplo aan het spelen, toen hij zomaar ineens "f*ck!" riep. De volgende dag stapte mijn man naar zijn collega's met de vraag of ze niet meer zoveel wilden schelden. Ook wij volwassenen nemen ongewild gewoontes van elkaar over, en probeer dat maar eens niet te doen. Zijn collega's stopten met het F-woord roepen, mijn man ook, en zoonlief heeft het nooit meer gezegd. Respect voor die collega's!

 Maar niet alleen woorden worden geïmiteerd. "Papa, papa!", roept onze dochter als we samen op de bank zitten. Trots komt ze aangestapt, haar armpje door het hengsel van een emmertje gestoken. "Doesj!" roept ze terwijl ze het hengseltje over haar schouder gooit en begint te zwaaien. "Doesj" zegt ze nog eens terwijl ze naar de deur loopt, en ineens begrijp ik dat ze "doeg!" bedoelt, en dat haar emmertje haar handtas is. En dat ze precies doet wat ik altijd doe als ik wegga.

 Dat onze dochter al zo goed communiceert, heeft zo zijn voordelen. Afgelopen weekend begon mijn opleiding 'Integratieve Kindertherapie', en toen ik als opdracht mijn praktijkruimte moest 'visualiseren', kon ik ineens niet meer wachten om de babykamer daadwerkelijk om te gaan bouwen tot praktijkruimte. En aangezien ik voor januari drie cliëntjes drie keer moet hebben gezien, leek het me ook geen slecht idee om daar zo snel mogelijk mee te beginnen. Dus stelde ik vanmorgen mijn dochtertje voor dat ze vanavond op de 'Cars-kamer' van haar grote broer zou slapen. Ze dacht even na en knikte toen volmondig 'Ja'. Grote broer was iets minder enthousiast, maar nadat we de hele middag zijn kamer hadden klaargemaakt voor de komst van zijn zusje, en hij ook nog mocht helpen met het ledikant uit en weer in elkaar draaien, vond ook hij eigenlijk ook wel erg leuk. Ondertussen heb ik nog zo'n keer of zes tegen dochterlief gezegd: "Vanavond ga je op zolder slapen, hè?", maar ze bleef trots 'ja' knikken.

 Dus legde ik vanavond ons kleine meisje op die hele grote stoere Cars-kamer in haar ledikantje. En toen ik na de zoveelste extra 'slaap kindje slaap' heel voorzichtig 'slaap lekker' zei, haalde ze ineens haar duim uit haar mond en zei: "KLAAR!". Eén tergend lange seconde dacht ik dat ze het nu wel welletjes vond en weer naar haar eigen kamer wilde. Maar toen begon ze naar me te zwaaien. Ietwat beduusd maar vooral opgelucht droop ik af. En nu ze heerlijk ligt te slapen, realiseer ik me dat ze het niet alleen heel stoer vindt om net als haar grote broer op de 'Cars-kamer' te mogen slapen, maar dat ze ook gewoon net zo van nieuwe uitdagingen houdt als haar mama.

dinsdag 1 september 2015

Voor grote mensen

In september verschenen op: https://www.opgroeigids.nl/blog/voor-grote-mensen

"Mag ik óóóók?" roept mijn peuter terwijl hij al struikelend aan komt rennen. Ik was nog wel zo onopvallend naar de keuken geslopen, had zo zacht als ik kon de snoeppot opengemaakt, en had zelfs de verraderlijk 'klik' van de beugel weten te mijden. "Mag ik mama-snoepje?", speelt zoonlief op mijn geweten met zijn smekende ogen en gekantelde hoofd. Er zijn moeders die zich solidair aan het gezonde voedingsschema van hun kinderen weten te houden. 's Ochtends een appel, 's middags een biscuitje, en verder alleen drie maaltijden per dag. Ik kan dat niet. Ik weet mijn kinderen er nog net aan te houden, maar zelf snoep ik regelmatig een suikerdipje weg. En dus klinkt regelmatig bij ons thuis: "Nee, lieverd, is voor grote mensen". Wat ik tot voor kort niet wist, was dat mijn zoon - mogelijk door de slok koude koffie die hij ooit nam - in de veronderstelling was dat 'voor grote mensen' ook 'vies' betekent. Tot ik hem laatst in een iets te toegeeflijke bui een likje van mijn magnum gaf. Even verontwaardigd als verrukt riep hij uit: "Ís niet voor grote mensen! Is heeuul lekker!" Drie-en-een-half is hij nu, en of het nu zijn nieuwe schaterlach is, of zijn geslaagde pogingen om zijn zusje te troosten, ik vind hem de laatste tijd zó groot. Misschien komt het door de peuterspeelzaal, misschien doordat zijn vriendjes in de straat één of één naar school gaan, maar mijn peuter begint steeds meer op een kleuter te lijken. Hij kan ineens zelf zijn sokken en schoenen aandoen, kruipt helemaal zelf bij ons in bed, en zelfs naar de wc gaan kan hij al zelf. "Want anders kan ik niet naar school, hè?" is zijn eigen uitleg. Zijn zusje van één jaar en drie maanden doet hard haar best om hem bij te benen, en daar slaagt ze bijzonder goed in. Sinds ze een week of twee geleden is gaan lopen, ziet ze niet alleen de wereld, maar ook zichzelf vanuit een ander perspectief. Zeg ik tegen haar grote broer "doe je schoenen aan", komt zij met zijn schoenen aanlopen. Vraag ik of hij dorst heeft, wijst zij naar zijn beker water. En zeg ik: "daar krijg je buikpijn van", roept zij ter verduidelijking "au!". Ze spreekt hooguit vijf woorden, maar verstaat zo ongeveer alles. Om over haar nonverbale communicatie maar niet te spreken. Ik ga niet eens proberen om haar uiterst veelzeggende gezichtsuitdrukkingen te beschrijven, maar als ik niet snel genoeg reageer als haar grote broer een paar keer 'mama' roept, gilt ze met drie keer zijn volume: "MAAAMAAA!!" om vervolgens met veelbetekenende blik en gestrekte arm naar hem te wijzen. Jaja, ons gezin is in ontwikkeling. En niet alleen de kinderen. "Papa is bijna jarig hè?" zegt onze peuter tijdens het avondeten. "Gaat papa dan naar school?" "Neeee, papa wordt al dertig!" zeg ik. "Alleen als je vier wordt ga je naar school." "En mama." zegt hij resoluut. Ohja. Mama ook. Want in oktober begint mijn opleiding tot 'integratief kindertherapeut'. En drie weken later ben ik jarig. "Mama heeft eigenlijk ook een paar wendaagjes." bedenkt mijn man hardop. "Net als jij. En als ze jarig is geweest gaat ze écht elke week naar school." "Mag ik ook naar jouw school, mama?" vraagt mijn zoon met zijn allerliefste stemmetje. "Dat kan niet, liefie, mama's school is voor grote mensen" zeg ik, terwijl mijn gedachten afdwalen naar de therapieruimte van 'mijn school', die ronduit een paradijs voor kinderen is. "Een grote-mensen-school…" zucht zoonlief verwonderd, "…daar drinken ze cola…!"

dinsdag 11 augustus 2015

Klussen met kinderen

"Ik weet wat!" roept onze drie-jarige zoon. Zijn wijsvingertje wijst omhoog alsof ie naar het lampje boven zijn hoofd wijst. "We zetten deze tafel dáár... En deze stoelen óók!"
Ik volg zijn vinger van onze acacia-houten eettafel naar de met regendruppels bedekte ramen. "En dan de tuintafel en -stoelen binnen zeker?" zeg ik met een opgetrokken wenkbrauw.
"Jaaa!" roept hij trots, "Goed idee!"

Onze lieve zoon houdt ons weer eens een spiegel voor. Zo één waarin je niet alleen je woordkeus, mimiek en lichaamshouding krijgt voorgespiegeld, maar ook een stukje van je karakter. Want ja, we zijn weer aan het verbouwen, en ja, dat gaat gepaard met heel veel (gekke) 'ideeën', discussies, en nonverbale overtuigingskracht. De ideetjes van mijn zoon variëren van 'de paarse muren wit maken en de witte muren paars', tot papa en mama's bed beneden zetten. Maar hoe leuk mijn man en ik onze gezamenlijke hobby ook vinden, na deze verbouwing zijn we er voorlopig even klaar mee. 

Verbouwen met twee kleintjes is gewoon niet zo handig. Bouwden we tijdens mijn eerste zwangerschap nog in enkele weken een extra slaapkamer en geheel nieuwe, vergrote badkamer op de eerste verdieping, de zolderverbouwing die twee jaar later begon strekte zich uit over meer dan een jaar. En nu we - twee kinderen rijker - 'alleen nog even' de vloer van de overloop en benedenverdieping willen vervangen en de trap strippen en verven, vraag ik me af waarom we in hemelsnaam aan het klussen zijn in deze tropenjaren.

Draai je even snel een verdwaald schroefje uit de trap, moet je eerst bedenken hoe je gaat voorkomen dat dochterlief het schroefje opeet en zoonlief de schroevendraaier kidnapt om een gaatje in de muur te draaien. Trek je een stuk vloerbedekking van de trap, moet je eerst alle nietjes, gruis en restjes isolatie opvegen voordat je allesetende dreumes ze in haar mond stopt. Als zoonlief tenminste niet de handveger en blik in gebruik heeft genomen om zijn duplo op te ruimen. Klussen doe ik dus alleen nog als ze allebei slapen. Wat inhoudt dat manlief het leeuwendeel van de klus mag klaren.

En dat blijft niet onopgemerkt. Als ik om half negen 's avonds - als de vaatwasser is ingeruimd en de wasmachine draait- nog even snel wat plintjes wil leggen, staat mijn peuter ineens voor mijn neus.  Terwijl hij me vanuit de deuropening gadeslaat, één hand in zijn zij en de andere om zijn teddybeer - zegt hij met een opgetrokken wenkbrauw: "Mag jij niet doen! Is papa's werk!"

zondag 12 juli 2015

Jongens en meisjes

"Opa, jij bent toch papa's moeder?" Terwijl Lisa steeds meer controle krijgt over haar 'ma-' en 'pa-klanken', is Luca al druk bezig de familiestructuren helder te krijgen. "Ome Marius is papa's broer, en J. en A. zijn jouw neefjes...", leg ik hem uit. Luca denkt even na en vraagt dan: "Dus Lotte is mijn neefje?"
"Bijna goed! Maar Lotte is een meisje, dus Lotte is jouw nichtje." 
"Lotte heeft niet een plasser?"
"Inderdaad, Lotte heeft geen plasser".

Lotte, Luca's twee weken oudere nichtje, kwam laatst voor het eerst bij ons logeren. De twee waren al gauw zo op elkaar ingespeeld dat ik ze nauwelijks meer kon bijhouden. "Kom Lotte, we gaan met de vrachtauto spelen!"
"Maar we hadden toch een plannetje?!"
"Ohja!"
En even later: "Nee Lotte, jij mag deze en ik deze. Samen spelen, samen delen!"
Gevolgd door wat commotie aan beide kanten, en als ik klaar sta om in te grijpen ineens: "Sorry, Lotte."
"Sorry, Luca."
"Zullen we nu met deze spelen"
"Ja, is goed!"

Hoe groot ze ook worden, het jongen- meisje-verhaal blijft ingewikkeld. "Eigenlijk moet ik een jurk aan", zei Luca laatst bedenkelijk, "dan kan ik veel beter dansen". Dat hij zelf een jongen is, en dat jongens een plasser hebben, snapt hij inmiddels. Dat nagellak voor meisjes is heeft hij met tegenzin geaccepteerd. Maar wie er nou in welke categorie valt blijft nog wel ingewikkeld. "Heeft oma een plasser?" vroeg hij laatst. En terwijl hij laatst de bloemetjes in de tuin water gaf, en door het hek Edwin van de buren voorbij zag fietsen, riep hij ineens: "Edwin heeft een plassertje! Ja toch, mama?"

Toen we tijdens Lottes logeerpartijtje een bezoekje aan de speeltuin brachten kreeg ik ineens een doorkijkje in de toekomst. Want daar was een jongen van 7 jaar - zo vertelde hij me algauw - die ontzettend goed kon praten en ontzettend trots was op zijn gisteravond gekregen handboeien. Terwijl ik ons gesprekje even onderbrak om naar Luca te roepen dat hij al zo goed kon klimmen, wist deze jongen niet hoe snel hij in het klimrek moest komen om voor te doen hoe goed híj al wel niet kon klimmen. "Mama noemt mij altijd een aapje" zei hij, "want ik kan zo goed klimmen dat ik net een aap ben!". "Kijk, ik kan dit al!" "En ik kan zó in één keer..."
Of Luca zijn gebral zat was of dat het puur toeval zal ik nooit zeker weten, maar Luca liep zonder iets te zeggen naar zijn nichtje, keek haar veel betekenend aan en zei al hoofdschuddend: "Ikke, ikke, ikke."

"Werkt je mama bij de politie?" vroeg ik aan de 7-jarige meneer aapje toen hij voor de vierde keer vertelde dat hij de handboeien pas gisteravond van zijn moeder gekregen had en nu al wist hoe hij ze los moest maken. "Nee, maar mama had een nieuw bed gekocht, en deze had ze gekregen om papa daaraan vast te binden."
"Oh..." zei ik terwijl ik met moeite mijn gezicht in plooi hield.

donderdag 25 juni 2015

Vakantieweek 2 - Californie Plage en de terugreis

Harmen, die achter het stuur zit, stoot me aan, vormt geluidloos met zijn lippen het woord 'stroopwafel', en seint dat Luca het niet mag horen. Zo onopvallend als ik kan zoek ik tussen de pakjes-, flesjes-, snoepjes- en etensvoorraad die aan mijn voeten ligt, wurm een stroopwafel uit het pakje en schuif hem onderhands in Harmens hand. Maar dan klinkt boven het geraas van de auto en de muziek uit Luca’s stem verheugd vanaf de achterbank: “Ik hóór het!! Mag ik ooook?"

De tweede camping was nóg mooier dan de eerste. Vanuit onze tent kon je zó de Middellandse Zee zien, en we hoefden alleen even om een hek, restaurant en toiletgebouw heen te lopen om bij ons privéstrandje te komen. Wat we ongetwijfeld veel vaker hadden gedaan als Luca niet op de tweede dag ineens overal rode vlekjes kreeg. Een dag later waren het blaasjes en nog een dag later wisten we het zeker: Luca had de waterpokken. Advies van de huisarts: niet in zee zwemmen, geen zonnebrandcrème gebruiken en niet zwemmen tijdens de heetste uren van dag.

En die uren waren heet… Zo heet, dat we letterlijk onze tent uitzweetten en besloten verkoeling te zoeken in een legomuseum. Maar tegen de tijd dat we de boulevard met legomuseum op reden, was Luca in slaap gevallen en Lisa zo overstuur en oververhit dat we besloten op het strand af te koelen. Met in één hand een parasol, in de andere een tas handdoeken en Lisa op m’n arm, rende ik zover mogelijk richting zee. Nadat ik al huppelend en springend de handdoek over het gloeiendhete zand had uitgespreid, Lisa erop had gezet en de parasol in het zand had getimmerd, kwam Harmen – om de één of andere reden zonder slippers – aanrennen, de net wakkere Luca in zijn kielzog. Daar zat ik dan, op het heetste uur van de dag te schuilen onder een parasolletje midden op een enorm wit strand, met een hangerige peuter vol infectiegevoelige waterpokken en een oververhitte dreumes die nog ingesmeerd moest worden. Terwijl mijn man zijn verbrande voetzolen stond te koelen in zee.

Gelukkig kwam Harmen snel terug en vond Lisa na de eerste schrik de zee best wel leuk, maar ik was blij toen we na het bezoek aan het legomuseum weer terug op de camping waren. Na de dertiende keer die enge grote glijbaan af waar Luca standaard gillend van plezier uitkwam, nog steeds horen: “Nog een keer!!!” Of koukleumen in het peuterbadje waar Lisa maar geen genoeg van kreeg. Of Harmen filmen die als enige van ons allemaal van die glijbaan durfde die echt loodrecht naar beneden ging. Ook week twee was geslaagd, en zelfs de terugreis ging top. Luca hoefde nog maar één keer tussendoor te plassen, en koos daarvoor een vrachtwagenparkeerplaats uit waar een haan en kip rondliepen, die spontaan begonnen te paren zodra wij ze in het vizier hadden.

Even leek het erop dat we in één keer konden doorrijden, maar toen Lisa om tien uur ’s avonds nog niet sliep, besloten we toch maar een hotel te zoeken zodat ze kon slapen. Wat we toen nog niet wisten, was dat Lisa in het hotel zo uitgelaten en blij zou zijn dat ze ons tot kwart voor drie 's nachts wakker zou houden met haar grapjes, gekletst, streken en geschater. Een korte nacht en anderhalf uur rijden later, reden we Nederland in en riep Luca blij: "Nu kan ik weer 'hallo' zeggen!"

"Wat ruik ik?" klinkt Luca's stem even later vanaf de achterbank. "Ik ruik koeien!".
“Stront!” roept Harmen terug, “je ruikt geen koeien, je ruikt stront!”
"'Poep' heet dat, 'koeienpoep'", bemoei ik me ermee.
"Nee hoor, voor boeren is dat gewoon stront"
En terwijl voor in de auto zo'n discussie ontstaat waar je alleen op vakantie tijd voor hebt, begint Luca ineens keihard te lachen. "Lisa doet zo!" zegt hij, om vervolgens precies zo met zijn vingertje te zwaaien als Lisa doet als iemand zegt: "Dat mag niet!".

dinsdag 16 juni 2015

Vakantieweek 1 - Val de Cantobre

Naar adem snakken terwijl je dansend onder een ijskoude douche de shampoo uit je haar probeert te spoelen: Check. Bibberend in je pyjama onder een oogverblindende sterrenhemel naar het toiletgebouw lopen: Check. "Bonjour!" "Deux baguettes s'il vous plait" en "Merci beaucoup!" Check! check! check!

Veertien uur duurde de heenreis, inclusief alle plaspauzes, maar dan heb je ook wat. Netto was de reis tien uur, maar met een net zindelijke peuter moet je nu eenmaal wat vaker stoppen. En Luca zou Luca niet zijn als hij er niet een sport van maakte om zijn plasjes op de mooiste plekjes te plegen. Zo liepen we - bewapend met potje - van het wegrestaurant naar de auto toen Luca bij een mooie boom uitriep: "Hier wil ik plassen!". Om nog geen uur later toen we met de auto over een schitterende brug reden blij aan te kondigen: “Ik moet plás-suh!”
Aangekomen op de eerst volgende parkeergelegenheid was echter zijn enige boodschap: “Ik hoef niet te plassen, ik wil daar plassen, bij de brug!"
Maar na veertien uren rijden, stoppen, en weer rijden, onderbroken door een heerlijke hotelovernachting in Parijs, waren we dan eindelijk op onze camping nabij Nant.

Lisa heeft zich die eerste middag, avond en ochtend luidkeels verwonderd over alle schitterende dingen die ze zag. Ze raakte er gewoonweg niet over uitgepraat dat we gewoon met zijn vieren in een tént zaten. "Da! Da! Da! Oooooooh! Tijk! Da!" We kwamen er achter dat Lisa sowieso niet snel uitgepraat is, en slaagden er in een ware lijst van eerste woordje op te schrijven. Een greep daaruit: "Atta" is eten. "Titti" drinken, "Watat" water, en "uit" roept ze als ze uit de stoel wil. Maar het zeer in smaak vallende stokbrood, en vooral de tientallen rondzoemende vliegjes, waren dermate fascinerend dat Lisa niks anders meer kon uitbrengen dan “oooh!” en “die!”

Het ‘leuke’ aan kamperen met een net zindelijke peuter is dat hij poep en plas enorm fascinerend vindt. En het dus zomaar kan gebeuren dat je denkt slim te zijn door zelf ook even snel een plasje te doen als je dan toch bij het toiletgebouw bent, er van een ander toilet ongeneerd harde en naar alle waarschijnlijkheid mannelijke geluiden komen, en je zoon roept: "Mama, jij is aan het poepen hè?!" Of tijdens een andere gelegenheid: “Mama, jij hebt gepoept hè? Ik ruik het!”
Het kan overigens erger, want toen ik Luca op een ochtend had meegenomen naar de wastafels om tanden te poetsen, en ik net even mijn mascara opdeed, riep hij plots: "Hé! Mama! Moet je kijken! Daar is een meneer aan het douchen! Moet je onderdoor kijken, mama!". Waarop ik ontdekte dat hij plat op zijn buik lag…

Ik heb mezelf er tot op heden succesvol van overtuigd dat meneer Frans was en dat hij Luca niet heeft gezien - en dat wil ik graag zo houden. Gelukkig kenden vrijwel alle campinggasten Luca, en dan vooral van zijn loopfiets waarmee hij al “Hallo!” en “Fansjoe!” (bonjour) roepend de hele camping over racete. Gingen we een keer te voet naar het zwembad, dan vroegen mensen aan Luca waar zijn fiets was, en één keer kwam een Franse campinggast vragen of we wisten dat Luca’s fiets nog bij de receptie stond – ik had hem zelf nog niet eens gemist. We hebben die week gezwommen, gezond, gelezen, en genoten, maar het hoogtepunt was toch wel ons tochtje met een soort familiefiets over een oude spoorbaan (velo-rail). Oftewel met hoge snelheid, een alles overstemmend boemelgeluid, de wind in je haren, en van blijdschap klappende kindjes, over een oude treinrails door de bergen sjezen, en zo nu en dan met gierende remmen een tussenstop maken om van het prachtige uitzicht te genieten.

Zowel de loopfiets als de velo-rail zijn absolute aanraders, en kamperen in het voorseizoen is sowieso top. Maar ’s nachts koelde het flink af en kwam er standaard een moment dat Lisa en Luca het allebei koud hadden. ’s Ochtends werden we dan ook regelmatig met zijn vieren op één gammel tweepersoons rent-a-tent-bed wakker. Dus toen bleek dat het nog maar anderhalf uur rijden was naar de Middellandse zee, waar het dertig graden was, en waar een camping was met privéstrand, super geweldig zwembad, én rent-a-tent, was de keuze snel gemaakt. En zo pakten we precies een week na aankomst onze spullen weer in, om door te rijden naar de Middellandse Zee.

vrijdag 22 mei 2015

Tja...

Ik heb er al vaker over geschreven, maar de verwondering en trots waarmee een moederhart zich kan vullen vind ik bijna even fascinerend als de reden daartoe. Neem nou gisteren: Tijdens het eten wees onze dochter van net 1 zomaar ineens met haar vingertje naar papa's lege stoel, keek me aan, maakte haar ogen groot en zei "oh.”
"Ja, papa is weg!" zei ik met een van trots overslaande stem, waarop dochterlief begon te glimmen en bevestigend naar de achterdeur ging zwaaien. Ik vond het zo ongelooflijk knap, bijzonder en fascinerend dat ze zonder woorden zó kon communiceren…

Misschien komt het door mijn fascinatie voor de ontwikkeling van een kind, maar ik raak simpelweg niet uit verwonderd over de manier waarop mijn kinderen groter worden. Het groeiende aantal klanken dat onze dreumes gebruikt, het steeds duidelijkere verschil in betekenis... Vindt ze iets spannend of leuk, dan zegt ze zacht: “Oeoeoeh”. Het hardere "Da!" betekent in de regel dat ze iets wil, en het korte "oh!" betekent: "Krijg nou wat!?". "Die!" gaat vaak gepaard met een wijzend vingertje, en wanneer ze op mijn arm zit, wijst haar uitgestoken wijsvinger als een wichelroede de weg. Aangevuld met een dwingend "DIE!" of "DAA!" als ik dan toch een andere kant op loop. Als ons dochtertje niet communiceert, dan zingt, brabbelt of “TaDaDaDaDa!!’t” ze wel. Af en toe klinkt ze net als een mitrailleur. Maar dat zeg ik maar niet hardop, want haar grote broer kopieert alles. En zo niet dan corrigeert ie me. "Kleine poeperd van me" zeg ik zo nu en dan als ik weer eens overloop van trots, maar laatst zei mijn peuter streng: "Heeft ze gepoept?" 
"Nee... Poeperd is een koosnaampje, net zoals 'lieverd'"
"Jij noemt haar altijd poeperd!" En even wist ik niet of ik me nu moest schamen, of trots moest zijn op de mooie foutloze zin die mijn zoon zojuist had geproduceerd.

De laatste tijd merk ik dat trots ook een keerzijde kent... Want zo trots als je kan zijn op je kinderen, zo gegeneerd kunnen ze je soms laten voelen. Jij hebt ze immers op de wereld gezet, ze opgevoed, en bent hun grote voorbeeld... Toch?

"Haa! Buurman!" gilt mijn peuterzoon als een marktman over de schutting als ik tussen het snoeien door even binnen ben om koffie te zetten. De wat stille buurman - die ik overigens nauwelijks ken - blijft stil.
Dus doet zoonlief er nog een schepje bovenop: " HEEEEEE! BUURMAN!"
"Ha, buurjongen!" hoor ik de buurman lichtelijk overdonderd reageren. 
"HAAAAI! HOEISSET!" gilt mijn zoon.
"Goed! Hoe is het met jou? Lekker in de tuin aan het spelen?"
"JAAAA, IK BEN AAN HET OPRUIMEN! MAMA HEEFT ROTZOOI GEMAAKT!" 

En een flink aantal rozentakken later, heerlijk in het zonnetje in de achtertuin, volume 10 vanuit de zandbak:“MAMA! Je moet nog AANKLEDEN! Je hebt helemaal NIKS aan!”
"Eh... Huh? Dit is een T-shirt, lieverd. Dan zijn je armen bloot, maar dat hoort als de zon schijnt.”
“Maar dat is toch je PYJAMA?!”

zaterdag 9 mei 2015

Drie jaar

"Mama, ben jij deze?"
Ik draai me om op de fiets en zie dat Luca vijf vingertjes omhoog houdt. "Neee, ik ben al acht-en-twintig" zeg ik en bij het volgende stoplicht laat ik twee keer tien en één keer acht vingers zien. "Ooh" zegt Luca, en bij het zien van zijn beduusde blik voel ik me ineens heel oud.

Luca is zich de laatste tijd erg bewust van zijn leeftijd. Na zijn derde verjaardag zei hij aan het ontbijt: "Nu ben ik weer twee". Ergens snapte ik hem wel: er was toch niks veranderd? Maar twee maanden later weet hij heel goed dat hij drie is, en zie ik een heel snel groter wordende jongen die meer en meer van zijn lieve en zorgzame karakter laat zien. "Wat is Luca toch lief, hè papa, ik kan wel merken dat hij al drie is!" zeg ik zo nu en dan, en dan wordt Luca ter plekke een paar centimeter groter.

En ik meen het, want iedere dag verrast hij me met zijn 'wijze' acties. Laatst nieste ik hem tijdens het verschonen dankzij een fikse verkoudheid per ongeluk recht in zijn gezicht, wreef ie lachend de druppels uit zijn gezicht en zei grinnikend: "gezondheid, mama". Boertjes gaat hij steeds grappiger vinden, maar maakt hij goed met een Frans klinkend "pardon". En nadat ik hem had verteld dat boeren aan tafel niet zo netjes is, liet hij trots aan mijn meelunchende vriendin zien dat hij zijn volgende boertje binnensmonds liet. Zijn vocabulaire is uitgebreid met woorden als 'eigenlijk', 'misschien' en 'natuurlijk'. En iedere ochtend vraagt hij: "Gaan we vandaag naar Shirley?" of "Is mama vandaag vrij?"

Vandaar dat ik vanmorgen de weekplanning maar voor hem uittekende op het whiteboard: een geel huisje betekent 'mama thuis' en groen huisje 'papa thuis', een rode S voor 'naar Shirley' en voor het weekend tekende ik de huisjes geel én groen. Eerst vond Luca het prachtig en kon hij precies vertellen wat alles betekende, maar ineens veegde hij alles uit. "Dat is voor als ik vier ben" was zijn antwoord toen ik vroeg waarom hij dat deed. Luca weet dat hij naar school mag als hij vier is, en ook dat hij dan zonder luier moet kunnen. "Als ik vier ben kan ik op het potje" zei hij laatst. Ik kreeg het daar een beetje benauwd van, maar gelukkig plaste hij gisteren  na lange tijd weer eens op het potje en riep toen blij: "Ik heb op het potje geplast! Ik ben drie!"

Soms volg ik Luca's logica niet helemaal, maar dat is gelukkig wederzijds. Toen we op Koningsdag vertelden dat de koning jarig was, vroeg hij blij: "Wordt de koning ook drie?". Vervolgens wilde hij een cadeautje gaan kopen, en na een rondje rommelmarkt vroeg hij: "Waar is de koning nou?!"

zondag 3 mei 2015

Hieperdepiep...Hoelaa!

"DadadadadaaTATATAtadadadaa!" Lisa zingt er tegenwoordig vrolijk op los, haar handjes omhoog gestoken of op tafel slaand en een vreugdevolle blik op haar gezichtje. Uit haar diepe inademing tussen het zingen door klinkt één en al plezier, en het heen en weer wiegen van haar hele bovenlichaam maakt het feestje compleet. Op de fiets moet ik regelmatig zeggen dat ze niet zo moet swingen, anders houd ik mijn stuur niet recht. En als Harmen onbewust met zijn hand of voet zit te tikken, wiebelt Lisa's hoofdje mee op de maat.

Luca zingt dan ook graag liedjes voor zijn zusje. Hij neemt zijn taak als grote broer serieus, en behalve heel erg hard lachen om Lisa’s ondeugende streken, begint hij haar ook aan te spreken op haar gedrag. "Nee, Lisa, mág niet!" hoor ik hem zo nu en dan zijn vader imiteren, en vanmorgen zei hij belerend tegen zijn zusje: "Dat wil ik nooit meer zien, Lisa!". Maar als Lisa haar bord op de grond gooit, wat heel veel geluid en dus heel veel vreugde bij Lisa oplevert, ligt Luca onder de tafel van het lachen. Evenals wanneer ze trots met haar handjes staat te wapperen (niet wetende dat de tafel haar in evenwicht houdt) en plotseling omvalt. Dat laatste vindt Lisa natuurlijk minder leuk, maar Luca geniet met volle teugen van zijn zusje. Beschermend is hij trouwens ook. Zo beet hij oma, die Lisa liefdevol 'poesje' noemde, toe: "Is geen poes! Is Lisa!" 
"Dat weet ik wel, maar Lisa is ook mijn poesje", zei oma. 
"Niet! Lisa is mijn zusje!" was Luca's verontwaardigde antwoord. 

Poes of geen poes, Lisa is de vrolijkheid zelve, en haar stralende glimlach waarmee ze 'pok pok pok' komt aangekropen, is aanstekelijker dan een grote gaap. Na een lange werkdag klimt ze het liefst bij me op de bank om samen ‘Klap eens in de handjes', ‘In de maneschijn' en 'Dit zijn je wangetjes' te zingen. En als ze klaar is met het aanwijzen van mijn 'neus' (Echt, dat kan ze. Harmen geloofde het pas toen ik vroeg: "Waar is papa's neus?" en Lisa zich omdraaide en zijn neus greep...) hijst ze zichzelf op aan de rugleuning van de bank en gaat uitbundig naar het raam staan zwaaien. Eerst begreep ik dat niet zo goed, maar nu heb ik het angstige vermoeden dat ze al die keren dat ik met de auto langs de gastouder reed, niet naar mij, maar naar het raam zwaaide...

Uiteraard zijn we al flink aan het oefenen voor Lisa's eerste verjaardag, en hoewel ze bij het kaarsje uitblazen nog wel wat hulp kan gebruiken, weet Lisa al precies wat ze moet doen als we "Hieperdepieperdepiep..."  roepen. Terwijl Lisa blij haar handjes zo hoog mogelijk in de lucht steekt, roept Luca: "HOELAAAA!".

"We hebben wel verloren, maar we zijn het niet!"

Het was enkele minuten voor 2020 toen Claudia de Breij het glas hief tijdens haar oudejaarsconference. "Proost op de verliezers..."...