dinsdag 6 oktober 2015

Van de tee-tui

Blog van oktober, verschenen op https://www.opgroeigids.nl/blog/van-de-tee-tui.

Schreef ik in mijn vorige blog nog dat onze dochter 'hooguit vijf woorden' sprak, een maand later ben ik de tel al kwijt. "Mama, tijk is! Ee, dee...die!!!" roept ze regelmatig als ze zich in bad op haar billen laat vallen. "Tee-tui" is 'speeltuin' maar kan ook 'glijbaan' betekenen, en sinds we het boekje 'Grrr!' van Liesbet Slegers hebben gelezen, is ieder dier een 'Grrr!'. En dus wijst onze dochter regelmatig naar de lucht terwijl ze verwonderd uitroept: "Tijk! Ooooooh! Grrrrr!".

 Dat ze zo snel is met praten komt wellicht doordat ze een meisje is, of doordat ze communiceren gewoon onwijs interessant vindt, maar ligt waarschijnlijk ook aan de ruime hoeveelheid voorbeelden die ze krijgt dankzij haar grote broer. Kinderen doen nu eenmaal graag na. Onze zoon was anderhalf, sprak hooguit vijf woorden en was rustig met de duplo aan het spelen, toen hij zomaar ineens "f*ck!" riep. De volgende dag stapte mijn man naar zijn collega's met de vraag of ze niet meer zoveel wilden schelden. Ook wij volwassenen nemen ongewild gewoontes van elkaar over, en probeer dat maar eens niet te doen. Zijn collega's stopten met het F-woord roepen, mijn man ook, en zoonlief heeft het nooit meer gezegd. Respect voor die collega's!

 Maar niet alleen woorden worden geïmiteerd. "Papa, papa!", roept onze dochter als we samen op de bank zitten. Trots komt ze aangestapt, haar armpje door het hengsel van een emmertje gestoken. "Doesj!" roept ze terwijl ze het hengseltje over haar schouder gooit en begint te zwaaien. "Doesj" zegt ze nog eens terwijl ze naar de deur loopt, en ineens begrijp ik dat ze "doeg!" bedoelt, en dat haar emmertje haar handtas is. En dat ze precies doet wat ik altijd doe als ik wegga.

 Dat onze dochter al zo goed communiceert, heeft zo zijn voordelen. Afgelopen weekend begon mijn opleiding 'Integratieve Kindertherapie', en toen ik als opdracht mijn praktijkruimte moest 'visualiseren', kon ik ineens niet meer wachten om de babykamer daadwerkelijk om te gaan bouwen tot praktijkruimte. En aangezien ik voor januari drie cliëntjes drie keer moet hebben gezien, leek het me ook geen slecht idee om daar zo snel mogelijk mee te beginnen. Dus stelde ik vanmorgen mijn dochtertje voor dat ze vanavond op de 'Cars-kamer' van haar grote broer zou slapen. Ze dacht even na en knikte toen volmondig 'Ja'. Grote broer was iets minder enthousiast, maar nadat we de hele middag zijn kamer hadden klaargemaakt voor de komst van zijn zusje, en hij ook nog mocht helpen met het ledikant uit en weer in elkaar draaien, vond ook hij eigenlijk ook wel erg leuk. Ondertussen heb ik nog zo'n keer of zes tegen dochterlief gezegd: "Vanavond ga je op zolder slapen, hè?", maar ze bleef trots 'ja' knikken.

 Dus legde ik vanavond ons kleine meisje op die hele grote stoere Cars-kamer in haar ledikantje. En toen ik na de zoveelste extra 'slaap kindje slaap' heel voorzichtig 'slaap lekker' zei, haalde ze ineens haar duim uit haar mond en zei: "KLAAR!". Eén tergend lange seconde dacht ik dat ze het nu wel welletjes vond en weer naar haar eigen kamer wilde. Maar toen begon ze naar me te zwaaien. Ietwat beduusd maar vooral opgelucht droop ik af. En nu ze heerlijk ligt te slapen, realiseer ik me dat ze het niet alleen heel stoer vindt om net als haar grote broer op de 'Cars-kamer' te mogen slapen, maar dat ze ook gewoon net zo van nieuwe uitdagingen houdt als haar mama.

"We hebben wel verloren, maar we zijn het niet!"

Het was enkele minuten voor 2020 toen Claudia de Breij het glas hief tijdens haar oudejaarsconference. "Proost op de verliezers..."...