donderdag 10 april 2014

Schaapjes aaien

“Beh aaien!”
We fietsen langs de schaapskooi richting fysiotherapeut, en Luca kijkt zoals gebruikelijk zijn ogen uit. “Straks gaan we de schaapjes aaien, eerst naar de fysio”, zeg ik.
“Beh aaien…” zeurt Luca nog een paar keer, en dan roept hij blij: “hijsekaa!”, enthousiast wijzend naar de hijskranen op het veldje voor de brandweer. Het is nog geen tien minuten fietsen naar de fysio, maar dankzij Luca geniet ik volop van deze tochtjes. De sloten langs het fietspad met hun eendjes, hier en daar een reiger, en overhangende treurwilgen. Alle groene stukjes land die de vreugdekreet: “Jeeeej! Koewe!” uitlokken. Zelfs de bouwterreinen zijn een feest door de ogen van een peuter.
“Baby! Jeeeeej!” roept Luca als we even later voor het stoplicht bij de verloskundigenpraktijk staan. “Ja…! Inderdaad! Wat knap van jou!” roep ik glunderend van trots. “Daar gaan we altijd baby kijken! Goedzo!”
“Toooeeen!” roept Luca als het stoplicht even later op groen springt.

Een consult en een Cars-sticker rijker, fietsen we even later de schaapskooi in. Omdat lopen - nu ik 36 weken zwanger ben - niet meer mijn sterkste kant is, haal ik Luca uit zijn stoeltje en blijf zelf nog even op m’n fiets zitten. Maar voor ik het weet is Luca onderweg naar de sluis, en voor ik mijn fiets goed en wel heb weggezet is hij de beide poortjes al doorgerend – mijn paniekerige kreten “Luca, kom is hier! Luca, wachten! Luca! Bij mama blijven!” straal negerend. Terwijl ik zo snel als mijn bekken en buik het toelaten achter hem aan waggel, zie ik tot mijn opluchting dat Luca aan de andere kant van het hek blijft staan om door het gaas heen de nieuwsgierige schapen te aaien. “Je moet bij mama blijven, Luca!” zeg ik boos als ik zijn handje pak. “Kom, je kan de schaapje ook ín de kooi aaien”. Nog hijgend van de schrik loop ik de sluis weer door, maar dan pas begrijp ik waarom Luca de kooi uitrende.

Ineens komen er een stuk of acht schapen al blatend op me afgedraafd. Terwijl Luca zijn handje los rukt en tegen het hek gaat staan, word ik omringd door schapen die nieuwsgierig aan mijn tas proberen te knabbelen. Zo dapper als ik kan glimlach ik over de schapenruggen heen naar Luca terwijl ik de stugge wol probeer te aaien. “Kijk Luca, schaapjes aaien!” zeg ik zo nonchalant mogelijk. Maar Luca, die zelf niet groter is dan de meeste van deze schapen, blijft wijselijk op afstand en zegt zachtjes maar beslist: “neee.” Ik wring me tussen de schapen door om hem toch maar op m’n arm te nemen, en achtervolgd door acht schapen loop ik richting mijn fiets, die inmiddels op de grond ligt en wordt afgelebberd door nog een aantal exemplaren. “Kom, we gaan naar de lammetjes!” zeg ik tegen Luca.

Even later fietsen we terug naar huis, en terwijl Luca weer volop zijn woordenschat aan het oefenen is realiseer ik me: of de baby nu vandaag komt of over 6 weken, vervelen zal ik me niet tijdens dit verlof.

"We hebben wel verloren, maar we zijn het niet!"

Het was enkele minuten voor 2020 toen Claudia de Breij het glas hief tijdens haar oudejaarsconference. "Proost op de verliezers..."...