donderdag 28 augustus 2014

Time flies...

"Neehee, ze kán er niet vanaf rollen. Nog láng niet!" zeg ik tegen mijn ouders als ze voor de honderdste keer sinds mijn bevalling vragen of Lisa niet van de bank af kan rollen. Maar een dag later leg ik haar even op haar buik in de boks, haal m'n kop koffie uit de keuken, en tref haar op haar rug aan. "Huh?!" Voor de zekerheid leg ik haar nog een keer op haar buik, en hoppa, daar rolt ze voor mijn ogen op haar rug. Het is nog een hele kunst om haar lang genoeg op haar buik te houden om de camera aan te zetten, en aan haar verraste blik te zien doet ze het ook nog niet expres, maar toch... Ze kán dus rollen.

Nu heb ik geen idee hoe oud Luca was toen hij dat kon, laat staan wat 'gemiddeld' is, maar ik weet wel dat ik tientallen filmpjes heb gemaakt van Luca's pogingen om te rollen. Steevast met mijn stem op de achtergrond: 'Goed zo Luca! Bijna… bijna... Oooh, hahaha, moeilijk hè!' Net zoals ik heel wat filmpjes heb van Luca die zijn hoofdje probeert op te tillen. Of Luca die voor het eerst glimlacht, geluidjes maakt, hardop lacht, of zijn handjes ontdekt.

Met twee kinderen heb ik wat minder tijd om overal met mijn neus bovenop te zitten, waardoor niet alleen Lisa's ontwikkeling, maar ook de tijd heel veel sneller lijkt te gaan. En zo komt het dat Lisa zomaar ineens alweer drie-en-een-halve maand oud is, en mijn verlof alweer bijna ten einde. Maandag moet ik weer werken, en eerlijk is eerlijk, ik mis Lisa al bij het idee. Want ik mag dan iets minder naar haar pogingen tot eerste keren hebben gekeken, die drie maanden verlof waren precies genoeg om zo gek op haar te worden, dat ik niet meer weet hoe ik een dag zonder haar gezellige gekraai, gepruttel en geklets moet doorkomen. Om maar niet te spreken van haar vragende oogjes en beginnende pruillip als ze opgepakt wil worden. Haar tevreden grijns als ze zich vermaakt. Haar gezellige geklets voordat ze gaat drinken, om ons 'onderonsje' zo lang mogelijk te rekken. Haar grote ogen als ik plotseling iets tegen Luca zeg. En haar trotse glimlach als ze rechtop op mijn knieën zit. Zelfs haar boze gebrul als ze het ergens niet mee eens is, ga ik missen.

Natuurlijk is het ook wel lekker om weer te gaan werken. En uiteindelijk is het ook echt wel beter om weer regelmatig onder collega's te zijn, met cliënten en ouders bezig te zijn, en inhoudelijk uitgedaagd te worden. Maar deze week voel ik dat even niet. Deze week vraag ik me alleen maar af hoe ik die eerste dagen zonder Luca en Lisa ga doorkomen. Hoe Luca het zal vinden om mij drie dagen in de week te moeten missen (Lisa zal daar nog weinig van merken). En kijk ik nu al met weemoed terug op een heerlijk zomers verlof, waarin ik van de eerste tot de laatste dag intens heb genoten van het 'thuis' zijn. Nog een paar daagjes...



woensdag 20 augustus 2014

Kamperen deel 3 - Op koeienjacht

“Hamburgers! Kijk, hamburgers!!” roept Luca nu al voor de derde keer vanuit zijn autostoeltje terwijl we een wei vol koeien passeren. En als ik voor de derde keer tevergeefs om me heen heb gekeken op zoek naar reclameborden met hamburgers,  vraag ik aan Harmen: “Heb je soms uitgelegd dat hamburgers van koeien worden gemaakt?”
“Eh, ja... Ik heb vanmorgen gezegd dat boterhamworst van koeien komt”, geeft Harmen toe.

We zijn onderweg naar het subtropisch zwemparadijs op loopafstand van de camping. Met de auto, want hoewel de wandeltocht naar het zwembad een geweldig avontuur was, durven we dat onze kinderwagen niet een tweede keer aan te doen. De weg naar het zwembad bleek namelijk een door weilanden omgeven modderig kiezelpad te zijn, dat zo steil naar beneden liep dat de kinderwagen bijna niet te houden was. Helaas had ik mijn camera niet paraat toen Harmen met grote ongeremde passen achter de kinderwagen aanrende die met een enorme vaart naar beneden denderde,  maar het scheelde weinig of ik had al een natte broek voor we in het zwembad waren.

Het zwembad (Mosaqua) is ontzettend leuk. Een wildwaterbaan, stroomversnelling, binnen- en buitenbaden, peuter- en bubbelbaden, en genoeg glijbanen om je dagenlang te vermaken. Maar vooral de levensechte leeuw, tijger, olifant, vogels, vissen en apen maken het helemaal af. Luca vindt het allemaal prachtig. Maar vandaag heeft hij een nieuwe missie. Vandaag wil hij ‘koeien zoeken’. En hoewel ik me niet kan voorstellen hoe koeien binnen deze jungleverzameling passen, ben ik toch benieuwd wat hij bedoelt.

Dus laat ik me aan Luca´s hand meevoeren naar het benedendek van een piratenschip, waar een paar prachtige aquariums vol tropische vissen blijken te staan. Maar nog steeds geen koeien. Vervolgens wil Luca een smalle pijp door, waar mama natuurlijk nooit doorheen past. “Jawel hoor!” roept een bijdehand bemoeizuchtig jongetje van een jaar of acht. “Je moet gewoon je benen eerst doen, kijk zo” en terwijl Luca hem al volgt probeer ik mijn benen, die toch net even iets langer zijn dan die van dat jongetje, door de pijp heen te vouwen. Even later klim ik achter Luca aan een klimwand op, en komen we op het bovendek van het schip. Super mooi, maar nog steeds geen koeien… Luca rent het dek af naar een ietwat veiliger uitziend deel van het zwembad. Daar zien we een bar, wat tafels en stoelen, ramen die uitkijken op de zonneweide. Maar nog steeds geen koeien... Of toch?
Luca rent naar de bar, begint te springen en te wijzen en roept: “Koeien!”
En ineens begint het me te dagen… Hij wil een hamburger!  


maandag 18 augustus 2014

Kamperen deel 2 - kampeerkriebels

Wat maakt kamperen nou zo veel leuker dan iedere andere vakantie? Ik heb het me vaak afgevraagd deze vakantie. Vooral als ik onze drie maanden ouder baby om 5 uur ’s ochtends stil probeerde te krijgen in de wetenschap dat de buurjongen in het tentje naast ons de vorige morgen ook al door haar was gewekt. Of als we onze twee jaar ouder zoon moesten bezighouden op het kleine oppervlakte van de caravan en de voortent, terwijl buiten de regen met bakken uit de hemel kwam. Of toen we moesten bedenken hoe we onzebaby konden douchen zonder dat onze peuter spoorloos zou verdwijnen of letterlijk de tent zou afbreken. (Oplossing: met zijn vieren in de familiedouche en zo goed en zo kwaad als het ging  het gehuil van onze peuter tijdens het haren wassen, dat van onze baby tijdens het afdrogen, en het ongeduldige kloppen op de deur van een volgende familie, negeren).

Maar wat is er nou heerlijker dan ’s ochtends vroeg als iedereen nog slaapt en de lucht nog zo lekker ruikt een ochtendwandelingetje moeten maken omdat je toch echt naar de wc moet. Of tijdens het douchen gesprekken op te vangen tussen moeders en dochters, vaders en zonen, of vriendjes en vriendinnetjes van alle mogelijke leeftijden. De heerlijk herkenbare vriendschappen te zien ontstaan tussen jongens en meisjes die net een beetje de ‘jongens/meisjes-zijn-stom-fase’ zijn ontgroeid. Het hoofd van de één op hol gebracht te zien worden door de onschuld van de ander. De onhandige knuffel bij het afscheid, gevolgd door een nog onhandigere zwaai. Geen real-life soap die daar tegenop kan. Geen plek waar ik mijn psychologenhart meer kan ophalen.

Maar niet alleen het menselijke aspect is onevenaarbaar. Ook het altijd en voortdurend buitenzijn, hooguit omgeven door wat tentdoek of een stukje zeil, zorgt ongetwijfeld voor een flinke dosis geluksgevoel. Wat is er nou beter voor een mens dan buitenlucht en zonlicht? Maar het leukste zijn misschien nog wel de onverwachte ontmoetingen met de vaste camping-bewoners. Zo heeft onze peuter meerdere malen een haas onder het raampje van de caravan gespot, en één keer zelfs tikkertje met hem gedaan (onze zoon was hem) toen hij maar rondjes om en onder de kamper van de buren bleef rennen. Verder heeft hij een muis geaaid en ontdekt dat er een heel gangenstelsel onder het gras drie plekken naast die van ons (gelukkig maar) zat. En voor het eerst in zijn leven een echte kikker gezien.

De regen mocht dan minder gewenst zijn, hij zorgde wel voor de meest prachtige plassen waar een jongen van twee eindeloos in kan rondstampen en springen. En voor een schitterende regenboog boven de gehele camping. En wat is er nou gezelliger dan, terwijl het buiten onweert en regent, lekker warm en droog vanuit de caravan de seconden tussen de donder en de bliksem tellen. Nog een keer kamperen met zúlke jonge kinderen zullen we misschien niet zo snel meer doen, maar dát we nog een keer gaan kamperen is wel zeker.




Kamperen deel 1 - regen en een beetje zon

Op de één of andere manier besloten we met een baby van nog geen drie maanden en een peuter van twee-en-een-half te gaan kamperen. Tja, kamperen is nou eenmaal verslavend, en als je ouders dan aanbieden om hun caravan met voortent en inhoud voor je op te zetten, is dat moeilijk te weerstaan. Zeker als het weer al minstens vier weken varieert tussen schitterend en bloedheet.

Dus boekten we een camping in het Limburgse Gulpen, en verheugden ons op een weekje chillen voor de caravan terwijl onze peuter zich op en top zou vermaken met zijn opblaasbadje, voetbal, emmertje en schep. Tussen de voedingen door zouden we boeken lezen, genieten van het buitenleven, en naar de speeltuin, het zwembad, of een dorpje verkennen. En als het zou regenen konden we naar het subtropisch zwemparadijs. Perfect!

Wat ik echter niet helemaal had ingecalculeerd, was dat ik de ochtend van vertrek superchagrijnig en moe zou zijn na een week van inpakstress, gebroken nachten en drie avonden zonder man. En dat mijn man al even moe en chagrijnig zou zijn van een veel te drukke week, al helemaal niet. Tel daarbij op de plotselinge weeromslag en het vooruitzicht van een hele week regen, en de stemming was gezet. Geen wonder dat zoonlief tijdens het opzetten van de voortent niet te genieten was. Daar zat ik dan in de caravan van mijn ouders, met een baby die honger had en een peuter die op de tafel tekende, alle knopjes en deurtje uitprobeerde, en zijn zusje sloeg om aandacht te krijgen.

Twee dagen later brak plotseling de zon door. Ons zoontje werd direct in zijn opblaasbadje gezet en ik wist niet hoe snel ik mijn stretcher moest opzetten. Maar terwijl ik nog even snel een handdoek uit de caravan ging halen, had onze ondeugd al met zijn gietertje mijn stretcher van een enorme plas water voorzien. Adem in... Adem uit... Oké, handdoek erover en ik merk er niks van. Nog even snel mijn boek uit de voortent halen, en bewapend met zonnebril en flesje water rende ik weer naar de stretcher, waar ik mijn peuter met zijn natte zwembroek bovenop mijn handdoek aantrof. Adem in... Adem uit... Oké, hoppa, peuter met een zwaai terug in zijn badje. En terwijl ik mijn ogen dicht deed en me probeerde te ontspannen op de nu toch wel natte handdoek, voelde ik in plaats van de zon, een ijskoud nat lijfje bovenop dat van mij belanden. Adem in...

Zijn gegiechel maakte veel goed, maar toen ik twee minuten later alweer de caravan inliep omdat zijn zusje begon te huilen, realiseerde ik me dat vakanties voorlopig niet meer zijn om uit te rusten en nieuwe stukjes van de wereld te ontdekken. Ze zijn er om de kinderen een mooie tijd te bezorgen en iets van de wereld te laten zien. "Geniet er maar van," zei de buurvrouw, "want voor je het weet zijn ze groot. Vakanties met zijn tweeën komen wel weer terug, maar de tijd dat je kinderen klein zijn maak je maar één keer mee." En zo is het.

Adem in... Adem uit...


"We hebben wel verloren, maar we zijn het niet!"

Het was enkele minuten voor 2020 toen Claudia de Breij het glas hief tijdens haar oudejaarsconference. "Proost op de verliezers..."...