donderdag 1 juli 2010

Over knopen doorhakken en je hart volgen

Hoewel ik eigenlijk blij moet zijn met een fulltime baan in deze tijd, krijg ik van mijn huidige werk niet bijzonder veel inspiratie. Zie hier een oorzaak van mijn lage blogfrequentie… Een andere oorzaak is mijn aanhoudende gesolliciteer. Na zo’n 25 sollicitatiebrieven en bijna evenveel afwijzingen, begon ik me serieus af te vragen waarvoor ik al die brieven eigenlijk nog schreef. Een blik op enkele fora waarop mede-basispsychologen hun beklag doen, hielp ook niet echt. Onze situatie wordt mooi beschreven in het volgende artikel: http://www.vkbanen.nl/zorg/761938/Basispsycholoog-loopt-met-ziel-onder-de-arm.html.

Maar net toen de moed me echt in de schoenen begon te zakken, kreeg ik een uitnodiging voor een sollicitatiegesprek. Precies op de dag waarop we in ondertrouw gingen! De functie waarnaar ik mocht solliciteren was een zwangerschapsvervanging van de functie die ik ooit hoop te vervullen: GZ-psycholoog op de kinderafdeling van een ziekenhuis. Helemaal goed dus! Helaas was de afdeling medische psychologie van dit ziekenhuis te klein om mij supervisie te kunnen bieden, en wilde men het mij niet aandoen om zonder begeleiding zo’n grote verantwoordelijkheid te moeten dragen. Jammer, maar begrijpelijk...

Toch had deze sollicitatieprocedure een positief effect: even zag ik pijnlijk helder voor ogen hoe ver mijn huidige baan afstaat van het werk waarvoor ik gestudeerd heb. En dit in combinatie met mijn afscheid van mijn dispuut (en daarmee de garantie op avontuur), leidde ertoe dat ik eindelijk de knoop heb doorgehakt: ik ga minder werken! In plaats van 36 uur, ga ik 24 uur per week werken, waardoor ik vier dagdelen in de week overhoud om dingen te doen die ik écht belangrijk vind: een baan zoeken binnen de kinderpsychologie, schrijven, en vrijwilligerswerk doen. En vooral dat laatste zie ik al helemaal zitten.

Ik ken genoeg mensen die naar Afrika of een ander ver werelddeel zijn geweest om daar vrijwilligerswerk te doen. Maar hoe zit het eigenlijk met vrijwilligerswerk in Nederland? Ik wist dat veel mensen vrijwilligerswerk doen bij hun sportvereniging, kerk, of de school van hun kinderen, en ik ken stichting HIP (Hulp in Praktijk) en Stichting Present. Maar daar stopte mijn kennis eigenlijk een beetje... Tot ik ‘vrijwilligerswerk’ intypte bij Google...

Ongelooflijk hoeveel mogelijkheden er zijn! Van voorlezen in allochtone gezinnen tot liedjes zingen met mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel. Van filmavonden organiseren voor mensen met een verstandelijke beperking, tot een wijkkrant of zelfs een You Tube-filmpje maken. En dat alleen al in de wijk waarin ik woon! Ook voor mij zat er een perfecte vacature bij: gezinsondersteuner via Home-Start (www.home-start.nl). Geweldig lijkt me dat! Ik heb me al aangemeld, dus nu maar hopen dat ik hier wel word aangenomen... De gedachte alleen al geeft me voldoende inspiratie voor een nieuwe blog! :-)

(Of zou het komen door de cognitieve dissonantie na het bewust verminderen van mijn inkomen? ;-))

zaterdag 22 mei 2010

Cognitieve dissonantie

Ken je die man van de Albert Heijn reclames? Ooit hadden we in de Albert Heijn waar ik werkte een supermarktmanager die verdacht veel op hem leek. Helaas bestonden de reclames nog niet in die tijd, maar ook zonder die gelijkenis was hij een bijzondere man. Eén van de dingen die ik in hem waardeerde was zijn betrokkenheid bij het personeel. Hierdoor ontdekte hij al gauw dat ik psychologie studeerde, en dat bracht nog iets aan het licht wat ik waardeerde: hij had een grote belangstelling voor de psychologie. Dat leverde natuurlijk veel interessante gespreksstof op. Nu zijn er wel meer mensen die psychologie interessant vinden, en nog meer die psychologie in hun opleiding hebben gehad, maar deze man had zelfs een favoriete theorie. De cognitieve dissonantie theorie. En nog steeds als ik cognitieve dissonantie in werking zie, denk ik aan die supermarktmanager.

Veel vrouwen zijn bekend met 'van die dagen', dat je eigenlijk wil lijnen, maar de verleiding niet kan weerstaan om een stuk chocola te pakken, en vervolgens de hele reep maar opeet en een zak chips erbij. Zulke dagen lijken onvermijdelijk als je wil afvallen. Sonja Bakker-volgers hebben er zelfs een woord voor bedacht: de "SAS-dag" (Schijt Aan Sonja-dag). Hoe je het ook noemen wilt, ik vind het een prachtig voorbeeld van hoe 'cognitieve dissonantie' werkt. Cognitieve dissonantie ontstaat wanneer twee dingen die je vindt, weet of gelooft, met elkaar in conflict zijn. In dit geval is het idee dat je super enthousiast aan het lijnen bent en helemaal niets gaat snoepen, in conflict met het feit dat je zojuist chocola op hebt. De cognitieve dissonantie theorie zegt dat je in zo'n geval vaak onbewust één van je cognities aanpast. Dat je gesnoept hebt kun je niet meer terugdraaien, dus pas je de cognitie aan die wel veranderbaar is. "Ik mag niet snoepen" wordt "ach, één dag mag ik mezelf toch wel verwennen?" of "vandaag heb ik het al moeilijk genoeg zonder te lijnen, lijnen doe ik morgen wel weer."

Met deze theorie zijn veel vreemde gedragingen en onverwachte veranderingen van mening of overtuiging te verklaren. Mensen die noodgedwongen een auto kopen die net niet de perfecte kleur heeft, of een bank die iets goedkoper maar net iets minder mooi was dan de favoriet, merken vaak dat ze na een tijdje toch hun aankoop mooier vinden dan het exemplaar dat eerst favoriet was. Door de cognitieve dissonantie hebben ze - bewust of onbewust - hun mening aangepast.

Er zijn nog tal van voorbeelden te noemen, maar de leukste vind ik die van mijn favoriete supermarktmanager. Stel, er klopt een wildvreemde man aan de deur met de vraag of hij bij je kan overnachten. Grote kans dat je nee zegt, zeker wanneer je een gezin hebt. De cognitie dat je je gezin beschermt tegen een mogelijk gevaarlijke man, gaat in Nederland nog prima samen met het idee dat je een goed mens bent. Maar stel dat dezelfde man aanklopt en om een glaasje water vraagt. De kans dat je deze geeft is vrij groot, al was het maar om niet in conflict te komen met de mening dat je een goed mens bent. Stel dat hij vervolgens vraagt of hij naar de wc mag. Je hebt hem al een glaasje water gegeven, dus waarom zou je hem weigeren? Als de beste man vervolgens vertelt dat hij geen onderdak heeft voor de nacht, is het ineens een stuk moeilijker om hem een slaapplek te weigeren. Waarom? De mening dat je je gezin beschermt tegen een mogelijk gevaarlijke man gaat niet meer op. Hij moet wel aardig en ongevaarlijk zijn, waarom heb je hem anders binnengelaten? Het aantal mensen dat deze man nu nog kan weigeren, is een stuk lager dan het aantal dat dezelfde man aan de deur zou weigeren als hij direct om onderdak vroeg.

Pas dus op: cognitieve dissonantie heeft meer invloed dan je denkt, en supermarktmanagers weten precies hoe ze dit kunnen gebruiken om jou met meer boodschappen te laten thuiskomen dan er op je lijstje stonden.

woensdag 28 april 2010

Werken enzo

En toen zat ik weer achter mijn bureau op de servicedesk van het CIZ. Met de vertrouwde headset op, twee beeldschermen voor mijn neus en een telefoon met welgeteld 48 knopjes. De werkplek, het project, de werkinstructies en de FAQ’s zijn nieuw, maar het grootste deel van mijn collega’s, de koffie en vooral de sfeer zijn hetzelfde gebleven.

Ik ben weer aan het werk, en dat is lekker. Maar ook even wennen. Dacht ik vorige week dinsdag nog zeeën van tijd te hebben voor mijn huishouden, sollicitaties, fotoalbum en weblog; vanaf vrijdag was ik weer fulltime aan het werk. En zelfs afgelopen zaterdag heb ik gewerkt. En wat voor werk…

Het begon allemaal vorig jaar november. Sinterklaas was weer in het land, en bliep, daar stond een mailtje van ‘lootjestrekken.nl’ in mijn mailbox. Ik had Harmens vader... Nu waren de surprise en het gedicht zo’n probleem nog niet – ik had nog een redelijk gênant moment tussen schoonvader en mij vers in mijn geheugen staan. Het probleem was het verlanglijstje. De enige wens die er van begin af aan opstond was: ‘één dagje hulp op de boederij’. Nu had ik echt weleens geholpen op de boerderij, maar dan was ik altijd na twee uur zo kapot dat ik maar een douche ging nemen met de kennis dat ik twee dagen spierpijn zou hebben. Een hele dag meewerken leek me dus lichamelijk onmogelijk. Maar ik zou Patricia niet zijn als ik de wens zou negeren, en Harmen inschakelen vond ik zwak. Dus maakte ik een tegoedbon voor ‘één dag hulp op de boerderij’, hopende dat mijn aanstaande schoonvader hem zou innen bij iemand anders dan bij mij.

Niet dus. Niet Harmens vader, maar Harmen was onverbiddelijk. Ik moest en zou die belofte nakomen, en dit combineren met een bezoekje aan oma was niet toegestaan. Ook een dagje ‘kuilen’ telde niet mee – dat moest ik sowieso meemaken als ik een boerenzoon wilde trouwen. Dus zat ik zaterdag met angst en zweten in de bus naar Almkerk, klaar om een stal uit te mesten. Heb je er wel eens bij stil gestaan hoe zwaar het is om met een riek een door mest vastgeplakte stro- en hooilaag los te trekken van de grond om deze vervolgens in een kruiwagen te gooien?
Gelukkig stelde Harmens vader voor dat ik het plafond zou vegen, zodat Harmen en hij het zware werk konden doen. Dat scheelde. En terwijl ik bezig was merkte ik dat het werken in de boerderijlucht eigenlijk best wel een ontspannende uitwerking had. Terwijl de spinnen en het zand in mijn haren en ogen vielen, dwaalden mijn gedachten af naar de vele sollicitatiebrieven, de baan die ik had afgewezen, en mijn terugkeer bij het CIZ. Toen ik klaar was hadden Harmen en zijn vader het grootste deel van de stal al ontdaan van de dikke strolaag, en kon het spuitwerk beginnen.

Harmen met de hogedrukspuit, ik met bezem, riek, trekker en schep, om de los gespoten mest in een kruiwagen te scheppen. “Dit heet een trekker, en daar mag je dus nooit mee duwen”, zei Harmen alsof ik nog nooit een badkamer had schoongemaakt. De glunderende en trotse blik in zijn ogen maakte echter veel goed. Na een kop koffie en een gevulde koek was de geur in de stal weer even wennen, zeker toen Harmen me vroeg de kleine ruimte tussen de hooibaal en de muur schoon te maken. “Hoe moet ik dat doen? De bezem past er toch niet tussen?”
“Gewoon, met je handen.”
Hoopvol probeerde ik Harmen nog aan te kijken, maar hij merkte het niet eens en trok zonder blikken of blozen een bruingele sliert uit een spleet in de grond. Hij was bloedserieus! Mijn handen viezer dan ooit en mijn broekspijpen doorweekt, stond ik even later water uit een gang te trekken waar Harmen het met zijn hogedrukspuit net zo hard weer inspoot. Iets met de vloer kunnen zien tijdens het schoonspuiten… Ik noemde het: dweilen met de kraan open.

Als ik na een romantisch ritje op de tractor, maïs in een kruiwagen sta te scheppen, richt ik me even op om naar Harmen te kijken. Hij is de koeien uit de wei aan het halen voor het melken. Daar loopt hij: in zijn overal en laarzen, met zelfverzekerde tred, rustig pratend tegen de koeien - onbewust van het feit dat ik hem kan horen. Zijn glimlach als hij terugloopt... De trots en liefde in zijn ogen als hij me van dichtbij aankijkt. Meer dan ooit besef ik hoeveel ik van hem hou...

En nu zit ik weer achter mijn bureau: telefoontjes te beantwoorden, over koetjes en kalfjes te praten met mijn collega’s, en plannen te maken om in de pauze naar buiten te gaan voor wat frisse lucht en beweging. Wat een verschil in definitie van ‘een dagje werken’.

Maar ik ben weer aan het werk, en hoewel ook dit werk nog wezenlijk verschilt van mijn droombaan, heb ik voorlopig weer even inkomen. En ik mag de hele dag hulpbehoevende ouders te woord staan. :)

maandag 19 april 2010

Context en hoofdzaken

“Maar klinkt het niet te arrogant dan als ik zeg dat ik 'erg enthousiast' ben? Ik bedoel, moet zoiets niet gewoon duidelijk worden uit de brief? Ze zien toch dat ik naar Afrika ben geweest? En dat ik als ABA-trainer heb gewerkt? Dat ik snel leer kan ik trouwens ook beter weglaten. Ik bedoel, ze hebben m’n CV toch…? "Pfff, het is zo lastig… Hoe kom je nou aan een baan waar je ervaring voor nodig hebt, als je diezelfde baan nodig hebt om werkervaring te krijgen? Als je psycholoog wil worden is een opleiding gewoon niet genoeg... ”.
Ik doe het weer. Ik zit in de trein met mijn verloofde en ben me weer eens onaangenaam bewust van alle meeluisterende oren in de coupé. Dus geef ik onbewust veel meer informatie dan Harmen nodig heeft om me te begrijpen. Informatie die enkel is bedoeld voor medereizigers die helemaal niet horen mee te luisteren maar het misschien wel stiekem doen... Stel je voor dat ze een onterecht oordeel over me vellen!

Wat een opluchting toen ik erachter kwam dat ik niet de enige ben die zo gek is om juist meer van zichzelf prijs te geven als er ongewenst publiek meeluistert. Vanmiddag ging ik lunchen bij een vriend en raakten we beland in een diepgaand gesprek over de liefde en geloof terwijl we op zijn balkon van de zon zaten te genieten. Een typisch Utrechts balkon, waar tijdens een mooie dag als deze veel open ramen aan grenzen. Toen bleek dat mijn gesprekspartner zich net als ik onaangenaam bewust was geweest van het overduidelijk hoorbare gegiechel van de buren, biechtte ik mijn vreemde reactie op meeluisterende treinreizigers op. Hij slaakte een kreet van herkenning en riep: “Jaa!! Dan wil je altijd een context geven!” Juist. Context dus.

Dan ook maar iets over de context van deze blog. Na drie maanden in Kenia ben ik weer helemaal terug in het zo vertrouwde Nederland. Het was wel even wennen aan het stromend drink(!)water in mijn huis, de enorme hoeveelheid kleren, schoenen, bestek en servies die bijna mijn kasten uitkomt als ik ze open doe, mijn eigen fiets, douche, koelkast, wasmachine… Nu moet ik eerlijk zeggen dat ik het in het kindertehuis waar ik werkte nog vrij luxe had met een Engels toilet (lees: toilet waarop je kan zitten) mét bril, een koelkast en een koffiezetapparaat. Maar het contrast tussen mijn éénkamerappartementje en de huizen van de mama’s met gezin, bestaand uit één kamer, zonder stromend water of koelkast, was groot. Maar de schaamte voorbij ben ik me weer steeds meer bewust van het belang dat in Nederland gehecht wordt aan mooie, schone en nette kleren. Aan een ruim huis waar je tot rust kan komen. Aan een koelkast en mooi servies zodat je lekker kan koken voor vrienden en familie. En aan sociale uitstapjes, cadeautjes en openbaar vervoer, kosten die toch ook flink kunnen oplopen. Geld uitgeven is hier bijna een must, en ineens lijk ik toch een stuk minder rijk dan ik me in Kenia soms voelde.

Na drie maanden vrijwilligerswerk is het weer hoofdzaak om geld te verdienen, en wel snel. Zeker met een bruiloft in zicht en de hoop op een huisje voor ons samen. Maar het liefst heb ik een baan over hoofdzaken. Zaken die met het hoofd te maken hebben. Wat gaat er mis in het hoofd van een kind? En in welke context? Hoe zit het met de sociale omgeving, de gezinssituatie, de lichamelijke gezondheid? Ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. En deze blog gaat over beiden. Context en hoofdzaken. En meeluisterende treinreizigers zijn slechts bijzaak.

"We hebben wel verloren, maar we zijn het niet!"

Het was enkele minuten voor 2020 toen Claudia de Breij het glas hief tijdens haar oudejaarsconference. "Proost op de verliezers..."...