donderdag 25 juni 2015

Vakantieweek 2 - Californie Plage en de terugreis

Harmen, die achter het stuur zit, stoot me aan, vormt geluidloos met zijn lippen het woord 'stroopwafel', en seint dat Luca het niet mag horen. Zo onopvallend als ik kan zoek ik tussen de pakjes-, flesjes-, snoepjes- en etensvoorraad die aan mijn voeten ligt, wurm een stroopwafel uit het pakje en schuif hem onderhands in Harmens hand. Maar dan klinkt boven het geraas van de auto en de muziek uit Luca’s stem verheugd vanaf de achterbank: “Ik hóór het!! Mag ik ooook?"

De tweede camping was nóg mooier dan de eerste. Vanuit onze tent kon je zó de Middellandse Zee zien, en we hoefden alleen even om een hek, restaurant en toiletgebouw heen te lopen om bij ons privéstrandje te komen. Wat we ongetwijfeld veel vaker hadden gedaan als Luca niet op de tweede dag ineens overal rode vlekjes kreeg. Een dag later waren het blaasjes en nog een dag later wisten we het zeker: Luca had de waterpokken. Advies van de huisarts: niet in zee zwemmen, geen zonnebrandcrème gebruiken en niet zwemmen tijdens de heetste uren van dag.

En die uren waren heet… Zo heet, dat we letterlijk onze tent uitzweetten en besloten verkoeling te zoeken in een legomuseum. Maar tegen de tijd dat we de boulevard met legomuseum op reden, was Luca in slaap gevallen en Lisa zo overstuur en oververhit dat we besloten op het strand af te koelen. Met in één hand een parasol, in de andere een tas handdoeken en Lisa op m’n arm, rende ik zover mogelijk richting zee. Nadat ik al huppelend en springend de handdoek over het gloeiendhete zand had uitgespreid, Lisa erop had gezet en de parasol in het zand had getimmerd, kwam Harmen – om de één of andere reden zonder slippers – aanrennen, de net wakkere Luca in zijn kielzog. Daar zat ik dan, op het heetste uur van de dag te schuilen onder een parasolletje midden op een enorm wit strand, met een hangerige peuter vol infectiegevoelige waterpokken en een oververhitte dreumes die nog ingesmeerd moest worden. Terwijl mijn man zijn verbrande voetzolen stond te koelen in zee.

Gelukkig kwam Harmen snel terug en vond Lisa na de eerste schrik de zee best wel leuk, maar ik was blij toen we na het bezoek aan het legomuseum weer terug op de camping waren. Na de dertiende keer die enge grote glijbaan af waar Luca standaard gillend van plezier uitkwam, nog steeds horen: “Nog een keer!!!” Of koukleumen in het peuterbadje waar Lisa maar geen genoeg van kreeg. Of Harmen filmen die als enige van ons allemaal van die glijbaan durfde die echt loodrecht naar beneden ging. Ook week twee was geslaagd, en zelfs de terugreis ging top. Luca hoefde nog maar één keer tussendoor te plassen, en koos daarvoor een vrachtwagenparkeerplaats uit waar een haan en kip rondliepen, die spontaan begonnen te paren zodra wij ze in het vizier hadden.

Even leek het erop dat we in één keer konden doorrijden, maar toen Lisa om tien uur ’s avonds nog niet sliep, besloten we toch maar een hotel te zoeken zodat ze kon slapen. Wat we toen nog niet wisten, was dat Lisa in het hotel zo uitgelaten en blij zou zijn dat ze ons tot kwart voor drie 's nachts wakker zou houden met haar grapjes, gekletst, streken en geschater. Een korte nacht en anderhalf uur rijden later, reden we Nederland in en riep Luca blij: "Nu kan ik weer 'hallo' zeggen!"

"Wat ruik ik?" klinkt Luca's stem even later vanaf de achterbank. "Ik ruik koeien!".
“Stront!” roept Harmen terug, “je ruikt geen koeien, je ruikt stront!”
"'Poep' heet dat, 'koeienpoep'", bemoei ik me ermee.
"Nee hoor, voor boeren is dat gewoon stront"
En terwijl voor in de auto zo'n discussie ontstaat waar je alleen op vakantie tijd voor hebt, begint Luca ineens keihard te lachen. "Lisa doet zo!" zegt hij, om vervolgens precies zo met zijn vingertje te zwaaien als Lisa doet als iemand zegt: "Dat mag niet!".

dinsdag 16 juni 2015

Vakantieweek 1 - Val de Cantobre

Naar adem snakken terwijl je dansend onder een ijskoude douche de shampoo uit je haar probeert te spoelen: Check. Bibberend in je pyjama onder een oogverblindende sterrenhemel naar het toiletgebouw lopen: Check. "Bonjour!" "Deux baguettes s'il vous plait" en "Merci beaucoup!" Check! check! check!

Veertien uur duurde de heenreis, inclusief alle plaspauzes, maar dan heb je ook wat. Netto was de reis tien uur, maar met een net zindelijke peuter moet je nu eenmaal wat vaker stoppen. En Luca zou Luca niet zijn als hij er niet een sport van maakte om zijn plasjes op de mooiste plekjes te plegen. Zo liepen we - bewapend met potje - van het wegrestaurant naar de auto toen Luca bij een mooie boom uitriep: "Hier wil ik plassen!". Om nog geen uur later toen we met de auto over een schitterende brug reden blij aan te kondigen: “Ik moet plás-suh!”
Aangekomen op de eerst volgende parkeergelegenheid was echter zijn enige boodschap: “Ik hoef niet te plassen, ik wil daar plassen, bij de brug!"
Maar na veertien uren rijden, stoppen, en weer rijden, onderbroken door een heerlijke hotelovernachting in Parijs, waren we dan eindelijk op onze camping nabij Nant.

Lisa heeft zich die eerste middag, avond en ochtend luidkeels verwonderd over alle schitterende dingen die ze zag. Ze raakte er gewoonweg niet over uitgepraat dat we gewoon met zijn vieren in een tént zaten. "Da! Da! Da! Oooooooh! Tijk! Da!" We kwamen er achter dat Lisa sowieso niet snel uitgepraat is, en slaagden er in een ware lijst van eerste woordje op te schrijven. Een greep daaruit: "Atta" is eten. "Titti" drinken, "Watat" water, en "uit" roept ze als ze uit de stoel wil. Maar het zeer in smaak vallende stokbrood, en vooral de tientallen rondzoemende vliegjes, waren dermate fascinerend dat Lisa niks anders meer kon uitbrengen dan “oooh!” en “die!”

Het ‘leuke’ aan kamperen met een net zindelijke peuter is dat hij poep en plas enorm fascinerend vindt. En het dus zomaar kan gebeuren dat je denkt slim te zijn door zelf ook even snel een plasje te doen als je dan toch bij het toiletgebouw bent, er van een ander toilet ongeneerd harde en naar alle waarschijnlijkheid mannelijke geluiden komen, en je zoon roept: "Mama, jij is aan het poepen hè?!" Of tijdens een andere gelegenheid: “Mama, jij hebt gepoept hè? Ik ruik het!”
Het kan overigens erger, want toen ik Luca op een ochtend had meegenomen naar de wastafels om tanden te poetsen, en ik net even mijn mascara opdeed, riep hij plots: "Hé! Mama! Moet je kijken! Daar is een meneer aan het douchen! Moet je onderdoor kijken, mama!". Waarop ik ontdekte dat hij plat op zijn buik lag…

Ik heb mezelf er tot op heden succesvol van overtuigd dat meneer Frans was en dat hij Luca niet heeft gezien - en dat wil ik graag zo houden. Gelukkig kenden vrijwel alle campinggasten Luca, en dan vooral van zijn loopfiets waarmee hij al “Hallo!” en “Fansjoe!” (bonjour) roepend de hele camping over racete. Gingen we een keer te voet naar het zwembad, dan vroegen mensen aan Luca waar zijn fiets was, en één keer kwam een Franse campinggast vragen of we wisten dat Luca’s fiets nog bij de receptie stond – ik had hem zelf nog niet eens gemist. We hebben die week gezwommen, gezond, gelezen, en genoten, maar het hoogtepunt was toch wel ons tochtje met een soort familiefiets over een oude spoorbaan (velo-rail). Oftewel met hoge snelheid, een alles overstemmend boemelgeluid, de wind in je haren, en van blijdschap klappende kindjes, over een oude treinrails door de bergen sjezen, en zo nu en dan met gierende remmen een tussenstop maken om van het prachtige uitzicht te genieten.

Zowel de loopfiets als de velo-rail zijn absolute aanraders, en kamperen in het voorseizoen is sowieso top. Maar ’s nachts koelde het flink af en kwam er standaard een moment dat Lisa en Luca het allebei koud hadden. ’s Ochtends werden we dan ook regelmatig met zijn vieren op één gammel tweepersoons rent-a-tent-bed wakker. Dus toen bleek dat het nog maar anderhalf uur rijden was naar de Middellandse zee, waar het dertig graden was, en waar een camping was met privéstrand, super geweldig zwembad, én rent-a-tent, was de keuze snel gemaakt. En zo pakten we precies een week na aankomst onze spullen weer in, om door te rijden naar de Middellandse Zee.

"We hebben wel verloren, maar we zijn het niet!"

Het was enkele minuten voor 2020 toen Claudia de Breij het glas hief tijdens haar oudejaarsconference. "Proost op de verliezers..."...