zondag 20 augustus 2017

Fly, fly, little wing

Zondag 30 juli werd na 35 weken zwangerschap - waarvan 15 in de wetenschap dat hij ging overlijden - onze Tobias geboren. De bevalling kwam niet als een verrassing. Integendeel. Al met 33 weken was mijn buik dikker dan in de 42e week van mijn eerste twee zwangerschappen. We waren deze week op vakantie op een camping in de buurt, waar ik steeds minder kon, steeds meer ging waggelen en regelmatig even moest stilstaan omdat ik weer een harde buik kreeg. “Ik zie een ooievaar vliegen!” kreeg ik te horen. En: “Hoe lang moet je nog?” Het antwoord - "nog een week of zeven" - was zowel confronterend als ongeloofwaardig. Zo nu en dan legde ik uit waarom mijn buik zo groot was, wat zonder uitzondering leidde tot persoonlijke en openhartige gesprekken over leven en dood. Bijzonder hoeveel verbondenheid Tobias - zonder het zelf te weten - teweeg bracht.

De week erna lukte ‘op vakantie gaan’ niet meer, en bracht ik mijn dagen grotendeels door op de bank. Mijn buik bleef maar groeien door het toenemende vruchtwater (doordat Tobias niet kon drinken) en op een gegeven moment was mijn baarmoeder zo’n ballon dat ik zelfs niet meer op mijn zij kon liggen. ’s Nachts werd ik geregeld wakker van de bandenpijn, spierpijn en het trekken van mijn huid en de laatste nachten bracht ik deels op de bank door omdat liggen gewoonweg niet meer ging. Terwijl Harmen ons gezin en huishouden draaiende hield, vulde ik mijn dagen met Netflix, een spelletje op mijn telefoon, pianolessen en middagdutjes. En af en toe een klein gezinsuitje.

Luca en Lisa waren onverminderd gek op hun broertje, en klaagden geen enkele keer als ik halverwege het eten alweer op de bank ging liggen of niet met ze kon voetballen. Hen douchen en naar bed brengen kon ik al lang niet meer, maar Lisa bleef maar benadrukken hoe lief ze baby’s vond, en dat ze “als ze net zo groot als mama was” ook een baby in haar buik wilde. En toen ik tijdens één van Luca's vele buikknuffels zei: “Vraag maar of hij er snel uitkomt”, legde Luca zijn mond tegen mijn buik, gaf er een kusje op en fluisterde: “Blijf maar lekker lang bij ons, lieve Tobias."

Natuurlijk was dat ook waar we zelf al die tijd op gehoopt hadden. “Leid me verder dan mijn voeten kunnen dragen” had ik talloze keren meegezongen met het lied ‘Lopen op het water’. Maar ook: “Ik vertrouw op Uw genade, want ik ben in Uw nabijheid”. Vanuit dat vertrouwen had ik het aangedurfd om deze zwangerschap te voldragen. Maar langzaam ging ik me afvragen of God eigenlijk wel zo ‘nabij’ was. Waarom liet Hij het zó zwaar worden? Die zaterdag bespraken we met een echtpaar uit onze kerk mijn zorgen over mijn lichaam, en de angst en wanhoop die ik voelde bij de gedachte dat ik alsnog zelf de keus zou moeten maken om deze zwangerschap, en daarmee het leven van Tobias, te beëindigen. Samen met ons baden ze tot God. Voor kracht, troost, wijsheid, Gods nabijheid, en voor mijn gezondheid en die van Tobias.

De volgende ochtend voelde ik me zo beroerd dat ik geen hap door mijn keel kreeg. We besloten dat Harmen met de kinderen naar de kerk zou gaan, zodat ik alleen thuis kon blijven. Wachtend op hun thuiskomst stuitte ik op Facebook op een filmpje. Het was al meerdere keren langsgekomen, maar nu mijn moeder er ‘Prachtig!’ onder had geschreven, besloot ik er toch maar op te klikken. En met de eerste klanken van de muziek werd ik terug geslingerd naar de bank van mijn ouders, waar ik als twaalfjarig meisje met een koptelefoon op keer op keer dit lied van Celine Dion luisterde en meezong. Nu, bijna 20 jaar later, gaf dit zo vertrouwde lied me precies de woorden die ik zelf niet kon vinden in de moeilijkste tijd van mijn leven. Ik zong het hele lied wel drie of vier keer achter elkaar, en terwijl de tranen over mijn wangen stroomden ging ik het steeds een beetje meer menen:

Fly, fly little wing
Fly beyond imagining
The softest cloud, the whitest dove
Upon the wind of heaven`s love
Past the planets and the stars
Leave this lonely world of ours
Escape the sorrow and the pain
And fly again 

Fly, fly precious one
Your endless journey has begun
Take your gentle happiness
Far too beautiful for this
Cross over to the other shore
There is peace forevermore
But hold this mem`ry bittersweet
Until we meet 

Fly, fly, do not fear
Don`t waste a breath, don`t shed a tear
Your heart is pure, your soul is free
Be on your way, don`t wait for me
Above the universe you`ll climb
On beyond the hands of time
The moon will rise, the sun will set
But I won`t forget 

Fly, fly little wing
Fly where only angels sing
Fly away, the time is right
Go now, find the light

Fly - Celine Dion

“Ken je die ene vrouw uit de kerk die...?" vroeg Harmen toen hij even later thuis kwam. "Ze sprak me vandaag aan en zei dat ze al wekenlang een liedje van Celine Dion draait voor Tobias. Ze wilde het al langer met ons delen maar wist niet zo goed hoe. 'Vole' heet het, ken je die? Hij is echt heel mooi, ik heb hem net in de auto geluisterd." 'Vole' bleek de Franse, originele versie van 'Fly' te zijn. “Hebben we eindelijk een tekst voor op het geboortekaartje”, zeiden we tegen elkaar, nog nauwelijks beseffend hoe bijzonder het was dat we dit lied precies tegelijk aangereikt kregen, een dag na ons gebed.

“Ik denk dat we zo naar het ziekenhuis moeten”, zei ik even later. Ik had nog geen weeën, geen ontsluiting, wist ook niet wat ik zou moeten zeggen tegen de verloskundige, maar wist één ding zeker: ik wilde nú naar het ziekenhuis. Dus reden we even later samen met de kinderen naar het WKZ. “Wordt Tobias geboren?” vroeg Luca verheugd. “Dat weten we niet, misschien wel,” zei ik, “maar we gaan eerst even kijken hoe het met hem gaat.” Mijn zus stond inmiddels stand-by om zo nodig de kinderen op te halen, en na drie zenuwslopende kwartieren kwam er een verloskundige. Even later verscheen Tobias op het echoscherm. We zagen zijn hartje kloppen, maar het klopte langzaam. Veel te langzaam. “Wat wil je?” vroeg de verloskundige. We mochten terug naar huis, want er was niks wat ze nu konden doen, maar we mochten ook wachten om over een uur nog eens te kijken hoe het met hem ging. We besloten te blijven en Luca en Lisa te laten ophalen. “Kom maar gauw, lieve Tobias”, zei Luca tegen zijn broertje in mijn buik. "Kom maar gauw, Tobias!" zei Lisa hem na, terwijl ze samen nog een heleboel kusjes op mijn buik gaven. En toen gingen ze met mijn zus mee.

Onze vaste gynaecoloog kwam binnen en vroeg: “Hoe gaat het?” Ik legde uit dat het eigenlijk gewoon niet meer ging. Dat ik niet meer kon slapen en niet meer kon eten en echt niet wist hoe ik nog langer zwanger moest zijn met deze hoeveelheid vruchtwater in mijn buik. “Laten we eerst eens even kijken” zei ze. Ze zette de echo op mijn buik en op het schermpje verscheen het vertrouwde grijze beeld van Tobias in mijn buik. Maar het beeld was stil. Geen kloppend hartje. Geen bewegingen van Tobias. Geen teken van leven. En terwijl de echokop over mijn buik gleed en het beeld verschoof, lag Tobias daar bewegingloos in mijn buik. Ik kan geen woorden vinden om te beschrijven wat er toen door me heen ging. En voor het eerst binnen de muren van dit ziekenhuis rolden de tranen over mijn wangen.

De gynaecoloog liet ons even alleen en dwars door ons verdriet heen voelden we beiden een enorme vastberadenheid. We wisten dat we nog naar huis zouden mogen, maar ik wilde bevallen. Vanavond nog. De gynaecoloog, verloskundige en verpleegkundige kwamen samen binnen, en nadat ze ons gecondoleerd hadden zei de verloskundige wat ze ook al tijdens de echo had gezegd: “Ik ben echt onder de indruk van je moederinstinct.” Het waren misschien wel de enige woorden die op dat moment een heel klein beetje troost konden brengen. Want terwijl onze Tobias levenloos in mijn buik zat, herinnerden ze me aan de onverklaarbare behoefte die ik had gevoeld om naar het ziekenhuis te gaan – waardoor ik in het laatste uur van zijn leven zijn hartje nog had zien kloppen. Aan de band die ik met hem had gevoeld – de manier waarop we al die tijd – en nog steeds – verbonden waren met elkaar. Ze bevestigden mijn rol als zijn moeder en de onverklaarbare intuïtie – of was het God? – die me nu de weg wees.

We vertelden dat we niet meer naar huis wilden, en zouden een verloskamer krijgen waar later die avond mijn vliezen gebroken zouden worden. Harmen kreeg het advies om thuis nog even wat spullen te halen, maar dat zag ik niet zitten. Gelukkig maar, want nog geen half uur later had ik om de vier minuten een wee. En terwijl de verloskundige en gynaecoloog hun verbazing uitten en nogmaals hun bewondering uitspraken over mijn intuïtie, wist ik ineens heel zeker dat deze bevalling niet lang zou gaan duren. De vliezen werden gebroken, en terwijl de enorme hoeveelheid vruchtwater – zo’n zes liter – mijn buik uit gutste, voelde ik mijn buik en rugspieren voor het eerst in weken ontspannen. “Het lijkt wel of ik al bevallen ben”, zei ik toen mijn buik ‘leeg’ was. De weeën werden intenser, en na elke wee bleef ik even in een soort van roes waarin allerlei puzzelstukjes op hun plek leken te vallen. Terwijl ‘Fly’ onophoudelijk door mijn hoofd ging, begreep ik ineens waarom het zo zwaar was geweest. Anders had ik Tobias nooit al na 35 weken kunnen loslaten. Ik zag ineens ‘voordelen’ van het feit dat Tobias nu al niet meer leefde – nu kon ik in alle rust bevallen, hoefde Tobias niet te vechten voor zijn leven, konden wij en Luca en Lisa hem straks in alle rust bewonderen en hoefden we ons niet druk te maken over of de opa’s en oma’s nog wel genoeg tijd zouden hebben om hem nog levend te zien…  Ik voelde een onbeschrijflijke rust en vrede... 'De vrede die alle verstand te boven gaat.' God was erbij. Hij geeft niet wat je vraagt, maar wat je nodig hebt.

Tussen de weeën door voelde ik me ontspannen en volledig pijnloos, misschien wel voor het eerst in weken. Onze eigen verloskundige begeleidde de hele bevalling, Harmen week niet van mijn zijde, en een lieve rustige fotografe legde de mooie momenten vast. Tussen de weeën door keuvelden we met zijn vieren over onze kinderen, haar werk als fotograaf, bevallingen, en zelfs mijn werk en opleiding kwamen ter sprake. Hoe gek het ook klinkt, het was gezellig. Door de aanwezigheid van de fotograaf werd ik me ook meer bewust van de schoonheid van een bevalling; van de enorme liefde die Harmen uitstraalde, de kracht die we samen voelden, het moment waarop we samen moesten lachen, het enorme gevoel van “wij kunnen dit!”. Wat waren we een superteam!

De laatste fase van de bevalling was moeilijk. Ineens schoten beelden van een dood baby’tje door mijn hoofd. Daarbij kon Tobias niet meewerken en de noodzakelijk draai maken. “Leid mij verder dan mijn voeten kunnen dragen”, probeerde ik in gedachten te zingen. Het persen was verschrikkelijk, maar wát een opluchting toen zijn hoofdje eruit was. En wát een mooi mannetje. “Wat is hij mooi!” riep ik verwonderd terwijl ik zijn koude wangetje streelde. Het duurde minutenlang voordat er naast verwondering en trots, ook ruimte kwam voor verdriet...

 

(De foto's werden gemaakt door Simone de Blouw, van Simone-Michelle fotografie)

3 opmerkingen:

Marlies zei

Veel sterkte met het verlies van Tobias. Wat heb je verhaal mooi en met veel liefde geschreven!

Unknown zei

Mooier kan dit gebeuren niet beschreven worden. Dankjewel dat je het met ons wilde delen. Heel veel sterkte en Gods nabijheid wens ik je toe bij het leven met je verdriet. een lieve groet stuur ik je.

Unknown zei

Gefeliciteerd met de geboorte van Tobias en heel veel sterkte nu jullie hem moeten missen. Wat bijzonder, zo'n sterk moederinstinct, en wat goed dat alle puzzelstukjes op hun plek vielen. Een prachtig, liefdevol verhaal over Tobias' geboorte en heel mooi beschreven. Veel kracht gewenst!

"We hebben wel verloren, maar we zijn het niet!"

Het was enkele minuten voor 2020 toen Claudia de Breij het glas hief tijdens haar oudejaarsconference. "Proost op de verliezers..."...