zondag 16 juli 2017

Koester de tijd

De eerste week van de zomervakantie zit erop. Na de laatste week heen en weer fietsen naar school (afscheidscadeautje hier, zomerfeest daar) was ik er ontzettend aan toe. En met de energie die de laatste weken was opgegaan aan Luca naar school brengen, waste ik maandagochtend de ramen, lunchte ik met een vriendin, en lukte het zelfs nog om na ons middagdutje met Luca en Lisa naar de bosspeeltuin in het Maximapark te fietsen. Ik kon niet meer dan me met grote moeite in het gras laten zakken en met nog meer moeite opstaan, maar was apetrots op Luca en Lisa die samen de ‘reuze moeilijke’ touwbrug trotseerden.



De terugweg kostte m’n laatste kracht van die dag, en eenmaal thuis kon ik nauwelijks meer lopen, dus wachtte ik op de bank tot Harmen de boel overnam. Mijn buik was al enorm en ik voelde me geen 32 maar eerder 38 weken zwanger. Oorzaak: de enorme en steeds maar groeiende hoeveelheid vruchtwater, die niet wordt weggewerkt omdat Tobias niet drinkt. Mijn baarmoeder is net een enorme ballon vol water, die voortdurend onder spanning staat en zich bij elke stap die ik zet samentrekt. En sinds de laatste woensdag vóór de vakantie had ik het idee dat ik elk moment  kon bevallen.

Die woensdag hadden we vier afspraken in het WKZ gehad, maar eerst thuis de intake van de kraamzorg. Het was fijn om te horen hoe flexibel de kraamhulp zou zijn: ze zou doen wat nodig was om ons te ondersteunen: de kinderen opvangen, het gezin draaiende houden, boodschappen doen, en mij verzorgen. We werden erop gewezen dat het toch wel tijd werd om het bed te verhogen, en ook een wiegje, hydrofiele luiers en babykleertjes tevoorschijn te halen. Ergens vond ik het een fijne gedachte dat ik - hoe anders het ook liep - in ieder geval mijn kraamweek zou 'krijgen'. Met Tobias - al dan niet ademend - in zijn wiegje naast mijn bed.

Inmiddels had een vruchtwaterpunctie bevestigd dat Tobias trisomie 18 had en had de kinderarts ons uitgelegd waarom dit 'niet met het leven verenigbaar' is. Kindjes met trisomie 18 missen vaak het signaal vanuit de hersenen om te gaan ademhalen, of dit signaal wordt op een gegeven moment niet meer gegeven. Als Tobias wel ademt zal dat moeilijk gaan omdat hij veel vocht achter zijn longen heeft en hij de helft van zijn hartje mist. Hij krijgt dan morfine zodat hij geen last heeft van benauwdheid. En lukt het om zijn ademhaling stabiel te krijgen, dan is het de vraag of hij gaat drinken, want momenteel lijkt hij dat niet te kunnen. 

We moesten nog beslissen of we thuis of in het WKZ zouden bevallen, want door een gesprek met de verloskundige waren we opnieuw aan het twijfelen gebracht. Waarom niet thuis bevallen als Tobias toch geen medische behandeling krijgt die de huisarts niet ook kan geven? En waarom zo’n heftige gebeurtenis tussen vier witte muren meemaken als je je thuis veel meer op je gemak voelt? En vooral het idee om tijdens de bevalling naar het ziekenhuis te moeten rijden en mogelijk vlak daarna met een zeer kwetsbaar kindje weer naar huis – stond me tegen. Maar de verpleegkundige van het WKZ vertelde ons dat de specialisten in het ziekenhuis precies weten wat ze kunnen doen om Tobias' ademhaling op gang te brengen, hoeveel morfine hij nodig heeft om geen last te hebben van benauwdheid, en ons verder vooral de ruimte zullen geven om met zijn vijven te kunnen zijn. Wat ons ook een gerust gevoel gaf, was dat het WKZ gewoon alles in huis heeft wat je maar nodig zou kunnen hebben: van prematuur-kleertjes tot omslagdoeken, en van gips voor hand- en voetafdrukjes tot brochures met mandjes en kistjes. En heel veel ervaring met deze situatie. En dus besloten we tijdens dat gesprek om toch in het ziekenhuis te bevallen, met het doel om zodra dat mogelijk is naar huis te gaan.

Direct daarna hadden we een groei-echo en na het gesprek met de gynaecoloog wisten we ook dat de groeicurve van Tobias nóg verder was afgebogen; dat hij vermoedelijk niet groter dan 2000 gram zou worden (Luca en Lisa waren meer dan twee keer zo groot); en dat er inmiddels zoveel vocht achter zijn longen zat dat we er ‘ernstig rekening mee moesten houden' dat hij de bevalling niet overleeft. Los van het feit dat ik grote kans heb op een vroeggeboorte door de toenemende hoeveelheid vruchtwater die op mijn vliezen drukt.

We gingen naar huis met het gevoel dat de bevalling elk moment zou kunnen beginnen, en na vijf dagen van rugpijn, bekkenpijn en heel veel harde buiken, dacht ik die maandagmiddag op de bank dat ik zo ongeveer wel klaar was voor de bevalling. Tot ik na twee happen eten ineens ontzettende buikkrampen kreeg. “Ik geloof dat het begonnen is” zei ik tegen mijn man toen ik terugkwam van de wc. “Ik ga even op bed liggen”. Maar eenmaal boven moest ik er niet aan denken om te gaan liggen en pufte ik al rondlopend mijn eerste wee weg. Later zou de gynaecoloog zeggen dat dit geen wee was, maar na twee bevallingen kan ik met recht zeggen dat hij toch echt zo voelde. Behalve dat ik Tobias volop voelde trappelen tegen mijn handen die ik op mijn buik hield, en me niet kon voorstellen dat hij de volgende dag niet meer zou leven. Ik dacht aan de woorden van de verloskundige, dat Tobias zelfs tijdens de bevalling nog zou kunnen draaien en fluisterde tegen mijn buik: “Wij kunnen dit" maar vroeg me tegelijk af hoe ik dit ooit ging overleven. Ik sommeerde Harmen, die al wilde gaan bellen, om vooral te zorgen dat de kinderen snel gingen slapen, en probeerde de komende dagen voor me te zien. Maar al m’n concentratie ging op aan het doorstaan van de pijnscheuten in mijn toch al zo gespannen buik en aan het blijven ademen. Na een warme douche voelde ik alle energie uit m’n benen stromen tot ik begon over te geven. En toen was het over.

De verloskundige kwam langs en vertelde dat het kon zijn dat m’n baarmoeder m'n darmen stimuleerde, maar dat het ook andersom kon zijn. Ze constateerde dat er geen ontsluiting was, en ik dus waarschijnlijk een buikgriep had. Opgelucht concludeerden we dat dit een mooi voorproefje was en dat we er nog helemaal niet klaar voor waren. En ineens kon ik weer verder kijken dan de aankomende nacht en lagen er mogelijk nog vijf, acht of zelfs tien weken zwangerschap voor me. Met het verschil dat ik nu haarscherp voor me had gezien hoe Tobias – net als Luca en Lisa – met zijn kleffe en warme lijfje op mijn borst zou worden gelegd. Hoe ik hem zou vasthouden, bewonderen, aankijken en dat onbeschrijflijke gevoel zou voelen... En nu weet ik niet meer wat moeilijker is. Hem na dit moment zien overlijden, of bevallen als hij al overleden is. Ik weet het niet, en heb er ook geen enkele invloed op. Het enige wat ik kan doen is bidden dat het vocht achter zijn longetjes wegtrekt. Dat hij lang genoeg mag ademen om nog even van hem te kunnen genieten. En dat de zwangerschap een klein beetje minder zwaar wordt. 

“Koester de tijd”, zei mijn gelukkigheidsassessor, “alle herinneringen die je nu maakt ga je straks keihard nodig hebben.” Daar probeer ik mezelf steeds aan te herinneren. Maar wat is dat soms moeilijk. 


1 opmerking:

Unknown zei

Wat ongelofelijk moeilijk lijkt me dit en wat schrijf je er mooi over. Je ziet er prachtig uit, ik hoop dat je nog even met iets meer energie van je zwangerschap mag genieten. Heel veel sterkte!

"We hebben wel verloren, maar we zijn het niet!"

Het was enkele minuten voor 2020 toen Claudia de Breij het glas hief tijdens haar oudejaarsconference. "Proost op de verliezers..."...