"Ja, papa is weg!" zei ik met een van trots overslaande stem, waarop dochterlief begon te glimmen en bevestigend naar de achterdeur ging zwaaien. Ik vond het zo ongelooflijk knap, bijzonder en fascinerend dat ze zonder woorden zó kon communiceren…
Misschien komt het door mijn
fascinatie voor de ontwikkeling van een kind, maar ik raak simpelweg niet uit verwonderd
over de manier waarop mijn kinderen groter worden. Het groeiende aantal klanken
dat onze dreumes gebruikt, het steeds duidelijkere verschil in betekenis... Vindt ze
iets spannend of leuk, dan zegt ze zacht: “Oeoeoeh”. Het hardere "Da!"
betekent in de regel dat ze iets wil, en het korte "oh!" betekent: "Krijg
nou wat!?". "Die!" gaat vaak gepaard met een wijzend vingertje,
en wanneer ze op mijn arm zit, wijst haar uitgestoken wijsvinger als een
wichelroede de weg. Aangevuld met een dwingend "DIE!" of
"DAA!" als ik dan toch een andere kant op loop. Als ons dochtertje niet
communiceert, dan zingt, brabbelt of “TaDaDaDaDa!!’t” ze wel. Af en toe klinkt ze
net als een mitrailleur. Maar dat zeg ik maar niet hardop, want haar grote broer kopieert
alles. En zo niet dan corrigeert ie me. "Kleine poeperd van me" zeg
ik zo nu en dan als ik weer eens overloop van trots, maar laatst zei mijn peuter streng: "Heeft ze gepoept?"
"Nee... Poeperd is een koosnaampje, net zoals 'lieverd'"
"Jij noemt haar altijd
poeperd!" En even wist ik niet of ik me nu
moest schamen, of trots moest zijn op de mooie foutloze zin die mijn zoon zojuist had
geproduceerd.
De laatste tijd merk ik dat trots ook een keerzijde kent... Want zo trots als je kan zijn op je kinderen, zo gegeneerd kunnen ze je soms laten voelen. Jij hebt ze immers op de wereld gezet, ze opgevoed, en bent hun grote voorbeeld... Toch?
"Haa!
Buurman!" gilt mijn peuterzoon als een marktman over de schutting als ik tussen het snoeien door even binnen ben om koffie te zetten. De wat
stille buurman - die ik overigens nauwelijks ken - blijft stil.
Dus doet zoonlief er nog een schepje bovenop: " HEEEEEE!
BUURMAN!"
"Ha, buurjongen!" hoor ik de
buurman lichtelijk overdonderd reageren.
"HAAAAI! HOEISSET!" gilt mijn zoon.
"Goed! Hoe is het met jou?
Lekker in de tuin aan het spelen?"
"JAAAA, IK BEN AAN HET
OPRUIMEN! MAMA HEEFT ROTZOOI GEMAAKT!"
En een flink aantal rozentakken later, heerlijk in het zonnetje in de achtertuin, volume 10 vanuit de zandbak:“MAMA! Je moet nog AANKLEDEN! Je hebt
helemaal NIKS aan!”
"Eh... Huh? Dit is een T-shirt, lieverd. Dan zijn
je armen bloot, maar dat hoort als de zon schijnt.”
“Maar dat is toch je PYJAMA?!”