woensdag 27 februari 2013

Voedselgevecht

Oké, ik was gewaarschuwd. Tijdens mijn stage als medisch-kinderpsycholoog had ik er genoeg gezien: wanhopige ouders die met betraande ogen en opeengeklemde kaken vertelden hoe hun magere wijsneusjes van 2 wéi-ger-den te eten. En ‘magere wijsneusjes’ die – eenmaal opgenomen – keurig hun bordjes leegaten. Tot mama weer in zicht kwam. Opvoedregel numero één: Ga nóóit de strijd om eten aan!

‘Geen strijd dus’, dacht ik een paar jaar later toen ik zelf mama was. Nu hebben wij het grote geluk dat onze zoon in de categorie ‘Hollands welvaren’ valt – mollig en gezond – maar toen hij na drie maanden proberen nog steeds zijn groente niet doorslikte, begon ik me toch wel zorgen te maken.‘Geen strijd? Dan maar een feestje’ zo dacht ik, en dus begonnen mijn man en ik bij iedere hap die zoonlief binnenhield uitbundig te zingen: “Klap eens in de handjes, blij blij…”. Om pas bij de volgende hap verder te zingen: “BLIJ!!  Op je boze bolletje, alle…” Enzovoorts. Ik ben blij dat er geen camera’s in de buurt waren…

Maar… het hielp! Op een gegeven moment deed onze lieve schat voor elk hapje braaf zijn mond open en slikte hij alles netjes door, onderwijl verwachtingsvol in zijn handjes klappend.  Tot het zingen verstomde en de pannenkoek ontdekt werd… Ineens kwam Luca erachter dat hij sommige dingen wél lekker vond! En toen ging het mis…

“MMRRMRRMRMM!” gilt Luca met opeengeperste lippen terwijl hij het lepeltje zuurkoolstamp uit mijn handen slaat. Op zijn stoel, in zijn haar, in míjn haar, óveral zit zuurkool. Behalve in Luca’s mond. “Laat mij maar” zegt mijn man vastberaden. Hij pakt het lepeltje, draait de kinderstoel naar zich toe en probeert de hap naar binnen te duwen. Maar terwijl papa zijn “Klap eens in de handjes” al inzet, wringt Luca zich in alle bochten om zich uit papa’s greep te wurmen en begint dan hartstochtelijk te huilen. “Oké, dan eet je maar niet”, zeg ik zo rustig als mogelijk is met een rood hoofd en niet te onderdrukken zucht. Maar zodra Luca in de box zit, begint hij te huilen alsof zijn leven ervan af hangt. Hoofd in zijn nek, handje in zijn mond, en dikke tranen over zijn wangen.
“Heb je honger, Luca?” zeg ik quasi-nonchalant. Ik zet hem in zijn stoel, op schoot, weer in de box, geef hem water, en roer uiteindelijk wat stukjes knakworst door het zuurkoolprakje. Hongerig steekt hij een stukje worst in zijn mond, sabbelt er even op, en plukt dan één voor één de sliertjes zuurkool uit zijn mond om ze zorgvuldig op de grond te gooien. Alsof het snotjes zijn. Als hij even later zit na te snikken in de box, heeft hij precies twee stukjes worst en één danoontje op.

‘Als dit geen strijd was...' denk ik terwijl ik en mijn oren langzaam bijkomen. En terwijl Luca dankbaar de boterham oppeuzelt die ik hem heb gegeven, realiseer ik me: kinderpsycholoog of niet, als moeder ben je gewoon mama. Niet meer en niet minder.

Geen opmerkingen:

"We hebben wel verloren, maar we zijn het niet!"

Het was enkele minuten voor 2020 toen Claudia de Breij het glas hief tijdens haar oudejaarsconference. "Proost op de verliezers..."...